Praeludiën(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] [Altijd moogt ge schoon zijn] ALTIJD moogt ge schoon zijn Van nu en eeuwig: Schoon zal schoonheids loon zijn Van nu en eeuwig. Gulden mist uit 't dal òp In lichten dag, - Droomende kristaldrop In manerag. Wilde windewolk te drijven Nachtverzilverd, dagverguld, Schoon in levens teêr bedrijven, Schoon en onvervuld In doods geduld. [pagina 14] [p. 14] Al Gods komende getijden Wachten u met schoonheid: In aetherischer verblijden Immer lichter kroon beidt. Zooals nacht en dagen Bloeien uit elkander, Kelken licht die donkre dragen, Om den ander, Stijgt in eeuwigjong verdwazen, Bloem die immer blanker beurten bot, Door haar dood-en-levensfazen Ziel tot God. Vorige Volgende