Praeludiën(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] [O kom niet nader, nader] ‘O KOM niet nader, nader Den onafzienbren sneeuwen Afstand der ledige eeuwen, Laat me, u niet te verraden, Zielschitternaakte bader, Daar is geen drift te waden, Waag u niet nader, nader.... Ik was die vaste ster die doofde, Tijden, tijden geleden In nacht vervloeide, - En dit fijn uitgebeden Lichtlied om uw oogdonkren hoofde Het zijn de laatvermoeide Traagslepende glansschreden Langs uiterste jaartreden Van wegbezinkend lichtverleden.... [pagina 16] [p. 16] Maar o blijf op uw aarde In bloei van roerloosheid nog even Dit korte lichtgetij, O te laat openbaarde, Grenzend de duisternis Met uw kernblank ontstoken leven In de matgouden nis Van dit vreemd licht dat was van mij.’ Vorige Volgende