dat niemand er zich rekenschap van kon geven wat er gebeurde. Voor tienduizenden een overrompelend snelle dood, voor tienduizenden een lijden van enkele uren of dagen en voor een even groot aantal een langzaam wegkwijnen. Slechts enige overlevenden wisten een ordelijk verhaal van hun belevenissen te doen.
Een verhaal van instortende huizen, dood en verderf tussen brandende puinhopen, het verbijsterend ronddolen van gewonden in geschroeide kleren. Velen sleepten zich naar de rivier, dronken van het radio-actieve water, gaven over en stierven. De intense hitte op het ogenblik van de explosie had sommige vrouwen de figuren van hun kimonostoffen in de huid gebrand. Later, toen men doordrong naar het centrum van de ontploffing boven de binnenstad, zag men menig wonderlijk effect van straling onder hoge druk. De stenen gevel van een bankgebouw vertoonde als een soort schaduwbasreliëf het silhouet van een man met een ladder, die daar aan het werk was geweest.
Het meest enerverend was het gejammer der gewonden in het eerste etmaal na de ramp. Alle ziekenhuizen waren verwoest, artsen en verpleegsters gedood. Eerst 's avonds voer een marinevaartuig de rivier op om de komst van een hospitaalschip aan te kondigen. Maar zelfs een vloot van hospitaalschepen had de tienduizenden gewonden niet kunnen redden.
Er viel ook niet aan te denken zestig of zeventig duizend doden te bergen. Het was alsof er brandende benzine over een mierenhoop was geworpen: het krioelen der verminkten en gewonden gaf meestal slechts een verplaatsing van ellende. Wat wilden de blinden die, soms groepsgewijze, langzaam voortschuifelden en slechts bij uitzondering een één-ogige als gids vonden? Welk nut had het voor de roodhuidige verbranden langs de wegen zich nu en dan weer enige meters voort te slepen? Bij opkomende vloed verdronken de zwaargewonden, die bij laag water langs de rivieroever het bewustzijn hadden verloren.
Velen die nog konden lopen, bereikten de tuinen langs de buitenrand van de stad. Zij meenden er veilig te zijn, maar liepen nieuwe verwondingen op toen een windhoos, bomen ontwortelend, over de vlakte streek: een atmosferische storing door het verschil in luchtdruk boven de brandende stad en haar omgeving.
Men hoorde gissingen en geruchten. Wat was er eigenlijk gebeurd? Niemand herinnerde zich een explosie te hebben gehoord;