In April 1945, aan de vooravond van de slag om Berlijn, waren de troepen van Konev diep in Saksen doorgedrongen. Zij hadden Bautzen en Kamenz genomen en rukten nu op naar Finsterwalde om Riesa aan de Elbe te bereiken, terwijl het leger van Pukhov over een breed front in de richting van de autoweg Berlijn-Dessau vorderde.
Toen het verre geschutgebulder van het snel-beweeglijke front te Weimar duidelijker hoorbaar werd en de berichten van doortrekkende vluchtelingen een steeds alarmerender toon kregen, besloot de directeur van het Hertogelijke Mausoleum de kisten met de stoffelijke resten van het dichterpaar Schiller en Goethe, symbool van ‘das klassische Weimar’, naar een veiliger plaats te laten brengen. Hij had er reeds meermalen met Berlijnse ‘instanties’ over gecorrespondeerd maar de laatste maand zelfs geen antwoord meer ontvangen. Dan moest er dus eigenmachtig worden gehandeld; alles beter dan deze nationale reliquieën in Russische handen te zien.
De vrachtauto, die de kist vervoerde onder toezicht van de chauffeur en een politie-agent, liep reeds enige kilometers buiten Weimar in een verkeersstagnatie vast. Dit betekende niet alleen een vertraging maar ook een bestorming van de auto door vluchtelingen en lichtgewonde militairen, die zich van geen enkel protest iets aantrokken en zich niet lieten weerhouden van het opstapelen van rugzakken, koffers en dozen op de beide kisten, welke met zeildoek waren afgedekt.
Een uur later kon met horten en stoten worden verder gereden, totdat men opnieuw strandde. Deze keer door een aanval van een laagvliegende Hurricane, die met mitrailleurvuur alle voertuigen op de weg trachtte te vernietigen - volgens de instructie, dat in dit stadium van de strijd de ontreddering van het verkeerswezen van beslissende betekenis kon zijn. Ieder zocht dekking. Inslaande kogels joegen kleine stofwolken op. Toen de chauffeur en de begeleider van de kostbare lading terugkeerden, vonden ze het voertuig half gekanteld in een greppel. Het was door een vrachtwagen opzij gedrongen, de benzineleiding lekte en een der achterbanden was door een kogel opengereten. De militairen en vluchtelingen waren met hun bagage verdwenen.
Uit vrees voor brandgevaar besloten de twee mannen de kisten in