[Tijdens het dieptepunt der economische depressie]
Tijdens het dieptepunt der economische depressie in 1932, besteeg het natuurwetenschappelijk denken nieuwe hoogten. Door voortgezette experimenten werd in kort tijdsverloop dieper inzicht verworven in de bouw van het atoom. In het Cavendish-laboratorium, waarvan Rutherford na het aftreden van Thomson directeur was geworden, slaagden Rutherford en zijn mede-werkers er in, protonen (waterstofkernen) met een voltage van 600.000 een snelheid te geven, die deze deeltjes als projectielen zo'n kracht verleenden, dat zij lithium-atomen stuk bombardeerden (waaruit heliumatomen overbleven).
Voor een verhoging van de snelheid van dergelijke atoomprojectielen vonden Lawrence en Livingston van de University of California, een machtig hulpmiddel uit, het cyclotron, waarvan merkwaardige resultaten vielen te verwachten. Te Parijs was de dochter van Madame Curie, Irene, in het huwelijk getreden met Prof. Joliot. Spoedig verraste het echtpaar Joliot-Curie de wetenschappelijke wereld met een verhandeling over het effect van alphastralen op beryllium waardoor, evenals door de proeven van Chadwick, kwam vast te staan dat in het atoom ook nog een deeltje zonder electrische lading voorkwam, dat men het neutron noemde: een geheimzinnig deeltje van ongeveer dezelfde massa als het proton. Ook Bothe uit Giessen, Bohr en anderen gingen op zoek naar de