In werkelijkheid verborg deze uiterlijke hooghartigheid een grote gevoeligheid. Graaf Brockdorff had een warme en persoonlijke belangstelling ook voor de minste van zijn ondergeschikten. Hij verafschuwde de jacht. Een man van eruditie, die zelden op reis ging zonder zakuitgaven van Goethe's Faust en het Nieuwe Testament bij zich te steken. Ongehuwd, eenzaam, tevreden met de kunstschatten die hij had verzameld in zijn buitengoed Annettenhöh. Een harde werker als het nodig was, 's nachts vooral, de ene sigaret na de andere rokend, vrijwel onvermoeid. Bovenal een ‘karakter’.
Toen Brockdorff, na in November 1922 in het kleine paleis aan de Obuchow Perenlok te Moskou zijn intrek te hebben genomen, zijn geloofsbrieven aan de volkscommissaris Tschitscherin op het Kremlin kwam overhandigen, sprak de minister hem ietwat plagend toe: ‘Wij hadden eerst wel even bedenkelijk gekeken een graaf en een oud-keizerlijke diplomaat als vertegenwoordiger van Duitsland hier te ontvangen’. Waarop de graaf prompt antwoordde: ‘Ik heb mij, mijnheer Tschitscherin, juist voor ik hier kwam, een weinig met de geschiedenis van Uw geslacht bezig gehouden. Een nakomeling van de Narischkins en daarmede van het huis Rurik, lijkt mij nu juist niet de meest geschikte mij over mijn feodale afkomst te onderhouden.’
Tschitscherin lachte, het ijs was gebroken. De samenwerking verliep vlotter dan men had mogen verwachten. De Russen, die nog weinig diplomatiek contact hadden met de Westerse mogendheden, trachtten niet te verbergen dat de relaties met Duitsland vooral na het verdrag van Rapallo een bijzondere waarde voor hen hadden. Brockdorff van zijn kant, zag in de goede verstandhouding met Rusland nog steeds een der meest gezonde opvattingen uit Bismarck's politieke erfenis. Hoewel hij de dogmatische wereldrevolutie-gedachte van Trotzki een weinig realistische ideologie noemde, wist de Duitse gezant, volkomen bekend met de decadentie der tsarenregering, de revolutie als historisch onvermijdelijk te aanvaarden en veel te waarderen wat onder ongehoorde moeilijkheden tot stand was gebracht.
Met de voortdurende communistische propaganda in Duitsland in de rug en de behartiging van Duitse economische belangen voor zich, werd graaf Brockdorff bijna dagelijks met conflicten geconfronteerd en tot haastige improvisaties gedwongen, die het uiterste van zijn werkkracht vergden en het vertrouwen, dat hij bij de