steeg de nood tot ongekende hoogte. En toen 1921 weer een jaar van droogte was, bedreigde de dood ruim twintig millioen mensen. Slechts hulp uit het buitenland kon nog redding brengen.
***
In de commissie en sub-commissie der eerste Assemblée van de Volkenbond, de 15de November 1920 te Genève geopend, verliepen de vergaderingen volgens de regels van het internationale spel: resoluties en aanvullende resoluties, in uitvoerige discussies juridisch bijgevijld tot zij in hun algemeen-geldende formuleringen nagenoeg onschadelijk waren. De afstand tussen woord en daad, die toch reeds zo groot is in onze moderne cultuur, bereikt in de resoluties van internationale conferenties zijn maximum. Men vreest ‘politieke complicaties’ en het geldt als politieke onervarenheid indien iemand snel, doortastend en idealistisch-principieel wil optreden. Eén van dergelijke heethoofden te Genève was in deze begintijd van de Volkenbond de Noorse afgevaardigde Nansen, de grote poolreiziger, die maar niet scheen te begrijpen dat voor alles ‘rijp beraad’ nodig was.
Nansen had zich reeds gedurende de voorbereiding van de vrede van Versailles in een brief tot president Wilson gewend om de hulpverlening aan de hongergebieden van Sovjet-Rusland te organiseren. Men had hem uitgelegd, dat de Sovjet-republiek aan alle kanten oorlog voerde (een verdedigingsoorlog, weliswaar, tegen aanvallen van Wit-Russische generaals gesteund door Engeland en Frankrijk) en dat de catastrophe in de voedselvoorziening moest worden toegeschreven aan fouten van het nieuwe régime.
In de beide volgende jaren nam de hongersnood in Zuid-Rusland na twee seizoenen van verschroeiende hitte en droogte de omvang aan van een ramp: ruim twintig millioen mensen dreigden om te komen. Nansen, die met groot succes in opdracht van de Volkenbond de repatriëring van krijgsgevangenen in Midden- en Oost Europa en de regeling van vluchtelingenproblemen in Armenië, Klein-Azië en Griekenland ter hand had genomen, kende de crisis-situaties in het na-oorlogstijdperk als geen ander en behoorde tot de weinigen, die objectieve voorlichting konden geven over de hongersnood in Rusland.
Zijn prestige was groot op dit moment. De manier waarop hij met geringe hulpmiddelen en bescheiden financiële hulpbronnen