wel eens waartoe al deze ‘publicity’ diende. Men kende haar naam, men wist van haar werk, me{?} wilde haar eren met een geschenk (dat zij gaarne zou beheren), {?}aar verder...? Wat wenste men van haar? Geamuseerd, maar ook geërgerd, las zij de verhalen die de kranten over haar opdisten met zware kopregels: ‘Weldoenster der Mensheid gearriveerd’, ‘Eenvoudige Charme van Vermoeide Bezoekster’, ‘Armelijk geklede Geleerde’ of ‘Kleine Verlegen Vrouw’.
Het ereburgerschap van de stad New York, ontvangst op het Witte Huis, ontvangst in de colleges van Smith Vassar en Bryn Mawr, een bijeenkomst van vertegenwoordigers van 573 wetenschappelijke genootschappen in het Waldorf-Astoria-Hotel te New York. Een fanaticus gaf haar een zo krachtige handdruk dat ze haar gekneusde pols in een doek moest laten rusten.
Nieuwe recepties, nieuwe huldigingen: Pittsburgh, Philadelphia. Men wedijverde om de ‘Kleine Verlegen Vrouw’ te ontvangen. Verlegen was Madame Curie echter allerminst, slechts vermoeid, met een toenemende innerlijke weerstand tegen de te felle schijnwerpers der openbaarheid. Zij vroeg enig respijt, smeekte om rust. ‘Te veel Gastvrijheid’ luidden de headlines in enige kranten. En een journalist schreef in Amerikaanse stijl: ‘De eerste de beste circus- of music-hall-directeur zou madame Curie een heel wat grotere som hebben geboden dan de prijs van een gram radium en voor heel wat minder werk’.
Geleidelijk luwde de storm. Er kwam een ander object van publiciteit naar voren: de komende boksmatch Dempsey-Carpentier. Toen Madame Curie de 28ste Juni weer op de Olympic aan boord ging, verschenen slechts enkele journalisten. Madame Curie was plotseling geen ‘nieuws’ meer.
Toen het Amerikaanse geschenk in haar laboratorium was gedeponeerd en zij haar reis nog eens had overdacht, zag zij duidelijk het blijvende en het tijdelijke voor zich: in Amerika veel echte edelmoedigheid, soms onder druk misbaar. In Europa menigmaal geringe offervaardigheid, dikwijls onder koele hoffelijkheid en ‘fijne beschaving’.
***
Er werd geklaagd over de ‘americanisering’ van Europa, klachten, waarin met zekere Europese hoogmoed werd uitgegaan van de gedachte dat men liever geen wormstekige naast gave appels moest leggen. Iets bescheidener uit Europees oogpunt gezien was de