zich haastend zoveel mogelijk papieren te verspreiden eer de politie ingreep. Enkelen moesten reeds wijken voor de gummistokken der agenten, die in steeds grotere getale aangesneld kwamen. Troepen begonnen straten af te zetten, de menigte werd uiteengeslagen en bijna niemand had gelegenheid waar te nemen hoe Liebknecht werd gearresteerd.
Rosa Luxemburg en Sonja Liebknecht verbaasden zich er over dat men hen ongemoeid liet. Arm in arm wandelden zij naar Café Fürstenhof, druk napratend over de geslaagde demonstratie. Aan hun cafétafeltje gezeten, gaven zij aan hun opwinding lucht door hevige lachbuien. Enkele officieren, die in hun verlofstijd hun burgerbestaan weer hadden opgevat en gaarne vroeg in de morgen in ‘Fürstenhof’ samenkwamen om de laatste gebeurtenissen te bespreken, keken geërgerd op door de luidruchtigheid van de beide vrouwen. Een lijvige Hauptmann schoof driftig zijn glas bier opzij, wees nadrukkelijk naar Rosa Luxemburg en zei met luide stem: ‘Ik zeg, Poolse Jodinnen horen hier nog minder thuis dan Poolse Joden!
***
Enige maanden later werd Rosa Luxemburg aan een verhoor onderworpen, hoewel de dossiers van de politie voldoende bijzonderheden over haar levensloop bevatten. In Zamosk, in Russisch Polen, geboren, had zij reeds vroegtijdig van een merkwaardige wetenschappelijke aanleg blijk gegeven. Zij legde op jeugdige leeftijd een schitterend eindexamen gymnasium af maar de daarvoor beschikbare prijs werd haar onthouden vanwege haar ‘geest van oppositie tegen het gezag’. Revolutionnair was zij ook als studente, deze begaafde Jodin. Na haar studie in de economie te Zürich raakte zij verstrikt in het werk van internationale illegale organisaties. Scherp was haar pen, scherp haar tong. Nadat Rosa met Kautsky, vele jaren haar beschermer, had gebroken, oriënteerde zij zich geheel naar Lenin, de verkondiger van de klassenstrijd tot het uiterste.
Er lag iets demonisch in haar strijdlust. Als een furie kon zij te keer gaan, meedogenloos, met hartstochtelijke hatelijkheid zonder zich enige beperking op te leggen. Slechts weinigen vermoedden, dat Rosa Luxemburg een innerlijk gespleten persoonlijkheid was, zoals eertijds Florence Nightingale. Zo gevoelloos als zij in haar politieke discussies kon zijn, zo teerhartig was zij binnen de omheining van haar particulier leven: hulpvaardig, gevoelig, vol liefde