[Duiven, klapwiekend omhooggedreven]
Duiven, klapwiekend omhooggedreven, cirkelen om de torens der beschadigde kathedraal. Zij laten zich drijven boven het ten dele ingestorte middenschip, trippelen met hun koraalrode pootjes op de brokstukken van stukgeschoten beelden, verschuilen zich kirrend in zoldergaten. In de verte dreunt het geschut.
Volgens een Duitse bewering had begin September een Franse uitkijkpost gestaan op een der torens van de kathedraal van Reims. Dit verontschuldigde het artillerievuur van de weken daarop.
Zandzakken, ter bescherming van de façade aangebracht, werden door een voltreffer door elkander geworpen. Het hoofdportaal leed zware schade; het bisschoppelijk paleis naast de kerk werd verwoest. Alleen het standbeeld van Jeanne d'Arc op het voorplein bleef ongerept.
In de kerk is bijna al het houtwerk weggebrand, waardoor het interieur een nog ruimere indruk maakt dan vroeger. Enkele zuilen vertonen kogelgaten, soms trechtervormige openingen in het zandsteen. Een wijwater-bak ligt gekanteld, half bedekt door gruis en puin. De vloeren zijn brokkelig en modderig. Alleen voor in de kerk, waar het licht door het grote roos-raam binnenvalt, op de plaats waar vijftien jaar geleden de tsaar aller Russen neerknielde, ziet men schoongeveegde vloertegels: tegels met gele vlekken en donker-getinte schroeiranden. Hier zouden, volgens het zeggen, Duitsers hebben gelegen, die terugtrekkend uit het Marnegebied, geen veiliger plaats meenden te vinden dan deze kerk. Een inslaande brisantgranaat had hen allen gedood en hun bloed in de gladde plavuizen geëtst.
Buiten strijken duiven in speelse vlucht neer. Ze vermijden de gevechtszône; hun voedsel vinden zij op verlaten graanvelden. In de kerk zijn ze nu heer en meester. Staalgrauwe vleugelpennen schuren langs de rand van de roos; het weelderig blauw en groen van hun