Uw tegenstander er toe kunt brengen dit te gebruiken’ - en hij overhandigde zijn cliënt een klein doosje - ‘is het met hem gedaan.’
De cliënt opende het doosje en vroeg verrast wat de tovenaar bedoelde: de inhoud ervan, een pen, zag er zo onschuldig uit.
‘Ach’, zuchtte de tovenaar, ‘weet ge dan niet, dat reeds zovelen zichzelf en hun tegenstanders, soms tot in het verre nageslacht, hebben vernietigd door het gebruik van dit nietig voorwerp?’
***
De indiening van de nieuwe Duitse vlootwet had de ‘koude oorlog’ in zijn volgende phase gebracht. Steeds smaller werd voor de redelijke vredeswil de ruimte tussen de elkander naderende stalen wanden. Voor Lord Grey, de Engelse minister van buitenlandse zaken, een stille liefhebber van de natuur, van aanleg vredelievend, was het al even moeilijk om in deze fatale ontwikkeling te berusten als voor Lord Haldane, de minister van oorlog, die gewend was de geschiedenis met philosofische blik te beschouwen.
‘Schopenhauer in de kazerne’ had men Haldane spottend genoemd, overigens erkennend dat hij voortreffelijk organisatorisch werk deed, speciaal voor de vorming van een Brits expeditieleger.
De energieke Schot Haldane beschikte door zijn studie in Duitsland (bij Lotze te Göttingen) over een diepgaande kennis van de Duitse cultuur. Zijn abstracte neigingen beletten hem evenwel niet zich voor de balie te bekwamen en een ongehoord lucratieve advocatenpraktijk op te bouwen.
Sedert de ‘liberal revival’ van 1905 in de politiek betrokken, vertrouwelijk met Asquith, Grey, Morley en andere grote figuren, behoorde hij tot de weinigen die in de mogelijkheid van Europese samenwerking bleven geloven.
Reeds in 1911 hadden Churchill en Lloyd George een memorandum geschreven over een Engels-Duits accoord: indien Duitsland van vlootuitbreiding wilde afzien, zou het Britse rijk zich onthouden van inmenging in de Duitse koloniale politiek. Dit stuk kwam door bemiddeling van Sir Ernest Cassel in handen van Ballin, directeur van de Hamburg-Amerikalijn, een van de vrienden van de keizer die Wilhelm's interesse voor het Engelse plan wist te wekken en te kennen gaf, dat de monarch een der Engelse ministers voor een openhartig gesprek te Berlijn wenste te ontvangen.