[De 17de Januari 1906]
De 17de Januari 1906 gaf president Armand Fallières Sarrien opdracht tot kabinetsformatie. Sarrien ontving de invloedrijkste fractieleiders en kamerleden om hun adviezen te vernemen. Lakeien gingen met bladen thee en gebak rond. Het was een gegons van stemmen, dat bewees hoe de gemoederen verhit begonnen te geraken. Nu en dan stond Sarrien even stil om een bijzonder geanimeerde discussie te volgen. Clemenceau, specialist in het uitlokken van moties van wantrouwen waarmede hij al menig kabinet ten val had gebracht, was aan het woord. Wat hij stond te betogen, was Sarrien nog niet duidelijk, maar toen hij hoorde dat Clemenceau een theorie ten beste gaf over de verdeling der portefeuilles, vroeg hij hem:
‘Wat zoudt gij dan kiezen in zo'n geval?’
Clemenceau, zonder aarzelen: ‘Ik neem binnenlandse zaken!’
Verrast keek Sarrien op. Had hij dan een duidelijk voorstel gedaan? Had zijn vraag als een uitnodiging geklonken? Met volmaakte zelfbeheersing antwoordde hij ‘soit’ en hij vervolgde zijn rondgang. Hij dacht zelf justitie te nemen en Briand voor onderwijs en eredienst te vragen.
Een week later nam Clemenceau zijn intrek in het departement van binnenlandse zaken, Place Beauvau, een somber gebouw met een kale tuin. Het was er stil, te stil, volgens Clemenceau, die direct pauwen en zwanen liet aankopen om leven in de brouwerij te brengen. De kreten van deze dieren lokten protesten uit van de bewoners der Faubourg Saint-Honoré, maar Clemenceau genoot van de aanblik der statig paraderende dieren en hun schelle geluiden. Toen men op zekere dag een der zwanen vergiftigd vond, liet de minister de wachtposten bij de achtermuur verdubbelen. Het was een staatsbelang, dat de minister niet het inspirerend uitzicht uit zijn werkkamer verloor. Wee degenen die hem durfden hinderen!