'Een Beytie Hollansche'
(1994)–James Boswell– Auteursrechtelijk beschermdDutch Compositions
[pagina 28]
| |
13: c. 20 FebruaryMynheer Johnson, zoo vermaard ter oorzaak van zyn engelsche wordenboek en anderen werken, onder welken is Rasselas, Prins van Abyssinie, dat in het hollansche taal oversetten is, heeft myn een brief uyt Londen geschryft waarin hy veel keurigheyd uytdrug om de wyzen, hoe die Aarmin in die seeven Provincien onderhouden zyn, te kennen. Als het zall alltyds myn vermaak en hovaerdy wierden Mynheer Johnson te verpligten, Ik heb verscheyden heeren vraagen zoo dat ik moet een reght kennis van dit Zaak hebben. Ik Vind dat die Wyzen zyn vershillinden in die verschillenden Provincien, en zelfs in die verschillenden Steeden zoodat Ik moet een Boek in folio hebben, zoud Ik zyn alle te schryven denken. Mar ik sall beeter doen. Eeen van die ouderlingen van Het engelsche kerk in deze Staad heeft veel wegen die aarmins zaagen te doenen. Hy heeft myn belooven een vool verhaal daarof. Ik sall het te Mynheer Johnson zenden, zoo dat hy can die regulatien t' Utreght zien en van dezen hy can een bezeffing van die anderen hebben. Ik verwach dit brief deze week. Het sall in hollansche wierden, mar ik howp dat Ik sall it heel well overzetten in engelsche. | |
[pagina 29]
| |
13: c. 20 FebruaryMr Johnson, so famous on account of his English Dictionary and other works, including Rasselas, Prince of Abyssinia, which has been translated into Dutch,Ga naar eind20. has written me a letter from London,Ga naar eind21. in which he says he would very much like to know how the poor are supported in the Seven Provinces. As I shall always be pleased and proud to oblige Mr Johnson, I have asked several gentlemen, so that I will have proper knowledge of this matter. I find that different Provinces, and even different towns, have different ways, so that I would have to take a folio volume were I to write about them all. But I shall do better. One of the elders of the English ChurchGa naar eind22. in this city has much to do with the affairs of the poor. He has promised me a full account of them. This I shall send to Mr Johnson, so that he can see the Utrecht regulations, from which he will be able to have some idea of the others. This letter I expect this week. It will be in Dutch, but I hope that I will be able to translate it into English. |
|