'Een Beytie Hollansche'

Dutch Compositions

[p. 16]

7: c. 10 February

Naamiddag te zes heuren Ik heb myn kneght naar de eerwardig Hogleeraar gezenden en hy heeft myn Het bovegemelde Woerdenboek gebrogt. En in der waarheyd: het is een schat! Het is een de Hollansche taal geschryven en ik heb nog niet genoeg weetenschap daarin, het volkomenlyk te voorstaan. Mar de Domine Brown, Zaakbezorger van Zyn Majesteyt de Konning van Groot Britannien en Predikant van de Scotsche Kerk t'utreght, heft naar myn geweest en heft het aankyken. Over dat hy had voor een half heur in het leesen, hy heeft zyn handen opgehouden en uytgeroepen met groot verwondering: ‘Weel, Heeren, Ik heb nooit gezien een Boek dat myn grooter begaf. Hier heb ue fier taalen en hier heb ue heelen goeden dissertaties op te spraak int' algemeen. Den Auteur vertoon hoe dat allen taalen hebben van een oorspronglyk gekomen en onderdaad hy ondersteune zyn gevoelen met veel sterken bewyzen’.

[p. 17]

7: c. 10 February

This afternoon at six o'clock I sent my servant to the worthy Professor, and he brought the dictionary I mentioned earlier, and truly it is a treasure. It is written in Dutch, which I do not yet know well enough to understand it completely. But the Reverend Mr Brown, His Majesty the King of Great Britain's agent and minister of the Scottish Church in Utrecht, has been to my house and looked at it. After he had read in it for half an hour, he threw up his hands and said in great astonishment: ‘Well, Gentlemen, I have never seen a book that pleased me more. Here you have four languages, and here you have an excellent discussion of language in general. The author shows how all languages originally came from one, and indeed supports his feelings with very strong evidence.’