Noten
N.B.
Zowel voor de inleiding als voor de diplomatische transcriptie ben ik veel verschuldigd aan A.M. barones van Lynden-de Bruïne en aan mevrouw mr. C.A. Binnerts-Kluyver, zonder wier praktische hulp dit artikel niet tot stand zou zijn gekomen. Aan mevrouw Binnerts in het bijzonder komt de eer toe de kwestie van de verwijstekens en van de verplaatsing van de tekstgedeelten te hebben opgelost.
Wat de annotaties in de bijlagen betreft, heb ik veel steun gehad aan de kritische begeleiding van mevrouw drs. M.J. van der Wal, lic. D. Geirnaert en van drs. J.P. van Oostrom. Drie medeleden van de Werkgroep Engels-Nederlandse Betrekkingen/Sir Thomas Browne Institute te Leiden, met name: mevrouw drs. B. Heezen, prof.dr. J.A. van Dorsten en dr. J. Kerling, hebben bij mijn onderzoek en de presentatie ervan een bijzonder stimulerende rol gespeeld.
Ook de belangeloze technische bijstand van Jan Helwig, die mij gebruik liet maken van zijn computer bij het schrijven van dit artikel, wil ik hier gaarne vermelden.
Aan hen allen mijn hartelijke dank!