aangeknoopte verbindtenis met de onbekende Staatsjuffer; verzekerd, dat bij dat alles de Hertog van alba niet onzijdig zou kunnen blijven.
Zijn toorn tegen den jongman, die een gegeven woord verbrak om eenen misdadigen hartstogt, verminderde natuurlijk na de ophelderingen van zijn' jongeren broeder - maar vooreerst moest deze gered worden en filips zelven eene beschaming gespaard; daarbij, het wapen was nu eenmaal gevat, en het bleek een zulk te zijn, waarmede hij zeker zou kunnen treffen. En van toen aan handelde de Koning als wij gezien hebben; te midden van alles, wat hij tegen hem wrocht, nog zóó zeker van de trouwe Koningsliefde van zijnen grijzen onderdaan, dat hij het uiterste tegen hem waagde, zonder een oogenblik vreeze voor onedelmoedige onbescheidenheid. Eene eere voor alba! eene schande te meer voor filips, die zulk eene trouw zóó durfde misbruiken!
Twee uren na zijn laatste gesprek met den Hertog, sprak de Koning tot zijne verzamelde Granden:
‘Wien uwer moet ik de eere geven, om den Hertog van alba uitgeleide te doen van Madrid naar den burg Uzeda?’
En hij koos twee van de edelsten en waardigsten onder hen.
‘Mijn oude veldheer behoudt zijn' degen,’ voegde filips er luide bij, nadat hij hen, meer binnensmonds, hunne onderrigtingen had gegeven.
Een woord, dat Don ruy gomez benijdend deed uitroepen: