Indisch verleden
E. Breton de Nijs, Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum
Verleden wil niet steeds uitdrukken wat onherroepelijk voorbij is. Soms krijgen wij daarover weer een zekere macht. Een ongelukkig verleden begeert niemand terug. Met een gelukkig verleden staat het anders, en wij slagen er wel eens in het min of meer te doen herleven. Daartoe moeten wij dan allereerst de oude omgeving hervinden.
Het Indisch verleden kunnen wij niet meer oproepen. De oude omgevingen zijn verdwenen, voor zover niet ontoegankelijk. Velen onder hen die Indië, toen het nog officieel Nederlands-Indië heette, niet hebben gekend zullen deze gang van zaken betreuren; van weemoedig herdenken kan slechts sprake zijn bij hen die als Nederlander een deel van hun leven daar doorbrachten. Dit is begrijpelijk, hoezeer ook nutteloos.
Het valt op, na lezing van de herinneringen, door E. Breton de Nijs samengesteld onder de titel Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum, dat zijn ressuscitatie vrij bleef van sentimentaliteit en dat zijn enige weemoed het heengaan raakt van diegenen welke hem in Indië dierbaar waren geworden. Het is dunkt mij de beste houding die een schrijver tegenover zulk een onderwerp aan kan nemen.
Vergeelde portretten, - maar die toch allerminst erg vergeeld kunnen wezen. De belangrijkste geportretteerden waren niet slechts omstreeks 1940 nog in leven, maar hun geschreven portret loopt ook tot hun dood of daaromtrent. En verder, - een Indisch familiealbum met een vaag gebleven zelfportret, het enig vage. De Nijs staat daarentegen duidelijk voor ons als portrettist van anderen. Hij heeft nauwkeurig waargenomen. Hij schrijft een beschaafde, vlot lopende, ontwikkelde, soms even dichterlijke stijl, hij is een kenner van de huid, van de ziel, en van het Nederlands-Indisch familieleven.
Hij komt niet verder dan West-Java, maar dat, met Batavia als centrum van handeling, kent hij door en door. Zelf blijft hij op de achtergrond, en ook dat is een verdienste.
Hij geeft portretten (meervoud) en moet dus onze aandacht verdelen. Ook daarin slaagt hij. Ofschoon men wel Tante Sophie als hoofdpersoon mag aanwijzen zijn toch b.v. haar echtgenoot Oom Tjen (Etienne), haar zuster Christien, haar broer Alex, en andere bloed- of aanverwanten, b.v. Kitty en John, met zorg getekend.
Er is nog iets anders dat opvalt. Na het uitstekende eerste hoofdstuk met