men kan vergelijken met de omrastering van een terrein waarbinnen het openluchtspel zich in groepen vrij bewegen kan.
Het plan op zichzelf is volstrekt oorspronkelijk, maar evenzeer geldt dit voor wat ons daarbinnen wordt geboden. De vrij omvangrijke bundel, voorzien van een zeer lezenswaardige toelichting van een familielid, bestaat uit drie onderdelen, het geversificeerde drama De poort van Ishtar, waarnaar de bundel is genoemd, en twee groepen gedichten. In de eerste groep varieert de poëet een klein en bekoorlijk sonnet van Valéry op 55 manieren. De variaties zijn echter zo vrij, dat iedere gedachte zelfs aan eentonigheid wordt uitgebannen. De dichter heeft de variaties in suites ingedeeld, elk gewijd aan een der negen muzen, welke hij een bepaalde taak toewees, met gebruikmaking van zijn dichterlijke vrijheid niet steeds passend in de overlevering. Bovendien varieert hij het gedichtje van Valéry zelf als inleiding tot iedere suite nog weer op een telkens andere wijze, volgens de taak, door hem aan de muze toebedacht. Uit deze variaties spreekt wel het duidelijkst de enorme kunstvaardigheid, die toch nergens kunstmatig werd.
Schmidt-Degener bezat naast de veelzijdigheid van een echt Renaissancistische eruditie een voorkeur voor de weelde aan vormen der Barok (uiterste bloei der Renaissance, en het rijkst aan praal), zich met name uitsprekend in de aanwijzingen of motto's die de gedichten vaak begeleiden.
De tien suites (‘voor viool en woord’, gelijk de ondertitel luidt), het tweede gedeelte vormend van dit boek, en dat ‘Silvedene’ geheten is, zijn nog ingewikkelder van bouw dan het eerste deel, dat der variaties. Iedere suite geeft uiting aan een, overigens bij zo grote verscheidenheid willekeurig gekozen, ‘staat’ van de mens, - Herinnering, Woord, en zo meer. Daarnaast bestaat er dan nog een overeenkomst, soms oppervlakkig, vaak ook ver doorgetrokken, tussen de verzen der suiten onderling, in die zin, dat b.v. de tien verzen met het opschrift ‘Kliniek’, alle sonnetten (in elke suite één), de geliefde vrouw weergeven als patiënte in de ziekenzaal, zodat men even zo goed als elke suite achter elkander, de corresponderende verzen, uit iedere suite gelicht en naast elkander gelegd, lezen kan, de verticale opneming verwisselend voor een horizontale. Op deze tweedelige indeling wijst ook de dichter zelf in de inleiding, daarbij de lijn der suite horizontaal noemend, de lijn der corresponderende gedichten verticaal. Ik geef er de voorkeur aan het andersom te noemen, doch het heeft weinig betekenis. Evenwel is, na lezing op de gewone manier, ene op de andere wijze zeer instructief. Bijvoorbeeld: door de tien verzen onder de titel ‘Kruistocht’ nog eens achter elkaar door te nemen, verkrijgt men het beeld van een episode uit het leven van Richard Leeuwenhart.
Rondweg verbijsterend is de veelzijdige kennis van de dichter, maar tevens