Brusselschen Blom-hof van Cupido(1641)–Willem van der Borcht– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Klinck-dicht. VVaer mede hy hem voor-stelt hoe hy hem in bekome liefde moet draghen. MYn Lief heeft nu verhoort mijn droeffelijcke klaghten, En (soo my dunckt) ick magh een vryer kusken biên, En (soo my dunckt) sy sal voordt-aen my gheirne sien, En 'k magh nu vryelijck naer meerder liefde trachten: Nochtans moet ick voor haer dees afgrijs'lijcke nachten Verslijten in ghepeys, en nimmer moeyt ontvliên, En noyt gherustelijck ) ghelijck de ander liên) Onwack're slaepkens voên; meer heel met mijn ghedachten Op-soecken watter dient tot haren dienst ghedaen: VVant die iet schoonts met moeyt en arebeydt ghewonnen Door ledigheydt verliest, hadd' beter niet beghonnen, [pagina 59] [p. 59] Soo sou den eersten ernst met schande niet vergaen: Soo oock ick die met pijn haer liefde hebb' bekomen, Moet sien, dat door mijn schuldt sy niet en wordt ontnomen. Vorige Volgende