Oost- en West-Indische Warande

Vervattende aldaar de leef- en genees-konst. Met een verhaal van de speceryen, boom- en aard-gewassen, dieren &c. in Oost- en West Indien voorvallende

Het XIII. Capittel. Van de Caranna.

Van ontrent Cartagena en Nombre de Dios heeft men in West-Indien een Gom de Tacamahaca by na gelijck, maer blinckender, vochtiger ende grover: de Spaenjaers hebben de selve d'Indiaense naem laten behouden, noe-

[p. 301]

mende die Charanna of Caranna, in reuck de Tacamahaca niet ongelijck, maer swaerder van reuck, Vet ende Olyachtigh, ende daerom taey sonder groote kleventheyt: welcke vergadert wert als men den Boom quets.

De selve verwarmt vry wel, welcke in allerley Geswellen ende pijnen van d' Inwoonders gebruyckt wert: ende daerom van krachten mede de Tacamahaca gelijck.