Doctor. Gebruyckt men hier den selfde middelen toe als in Oost-Indien?
Magister. Eer men tot het Medicineren over gaet, houd men eerst een strenge Levensregel, ende dat eenige tijdt achter een, ende dat voornamentlijck van versche Spijs, die dun is ende licht te verteren. Sy drincken Fonteyn water. Men doet Ader laten, het sy voor de tegenwoordige koorts, of tegens de toekomende. Eerst geeft men haer dan Inciderende ende Aperierende Medicamenten, op dat de krachten niet mochten verswacken, ende geen Buyck-pijnen mochten volgen. Men geeft haer oock een koocksel vande Wortel der Kruyden Acaricoba, Juripaba, Caapemonga, Pagiminioba, Alcacu, Aguape, Araca, Aguaxima. Limoenen en Ibiraee maeckt men Aporema'as na de konst, ende soo die dickwils hervat werden, geven sy geluckige effecten. De verswacktheyt van de Maeg, geneest men met Maeg pleysters van de Gom Icicariba, ende geven wilden Honigh te licken, soo daer koorts by is. Eyndelijck Wijn in welcke twee Wortels Ipecuanhae geweyckt zijn; dan geven sy de Krancke een Castanie van de Neus Anda, om de stoffe veyligh uyt te suyveren.
Doctor. Heeft men dan geen nood van Scheurbuyck?
Magister. Dese heeft men gemeenlijck ontrent Luyden welcke het uyt Zee mede brengen, door de soute ende ranse Spijs, ende die herstellen sy door versche Dranck en Spijs alleen; ende onder dese heeft de Cocos d' eerste rang,