nen dit willen gebruycken, soo wrijven sy het selvige sterckelijcken met water op een Marmersteen, ende alsoo dar wrijf baer is, soo werdt het licht fijn, ende wort dan alsoo met water ofte andere vochtigheyt den siecken ingegeven, het is veel bitterder van smaeck, dan het Lignum Aloës, ende is mede dienstigh tegen alle soorten van Wormen, ende wederstaet machtelijcken de beten der fenijnige Dieren.
Vorders, werdt gewag gemaeckt van een seker Serpent, dat by de Portugijsen Cobra de capello, genoemt werdt: wanneer dese Serpenten getergt werden, verheffen sy twee blaeskens in haer nek, die van geele coleure zijn, even soodanige, als de Worcken ofte groene Ringh-vorsschen, wanneer die worck k'ick k'ick roepen, aen de slapen des hoofts nevens haren beck vertoonen, ende dese blaeskens hebben aen den Auteur, per avontuyr, een kroon verbeelt. Doch dit Serpent, ofte Slenge, en is niet veel dicker dan een mensche pinge; op de rugge is het swart, ende op den buyck vuyl bruyn-geel van coleure.
't Gene in de volgende afdeelinge geseyt werdt, van den strijdt tusschen dit Serpent ende de Frette, en schijnt niet al buyten reden: want ick hebbe die Slangen meermalen van die Katten sien doodt bijten, maer de Katten sullen noyt van haer vleesch proeven, daer sy nochtans soo sly zijn op andere Serpenten, ende insonderheyt op de Water-Slangen: Het welcke onder anderen een merckelijck teycken is van hare overgroote fenijnigheyt: want ick hebbe eens eenen Moor gesien, die een sekere soorte van riedt