Tweede Delfs Cupidoos schighje
(1656)–Arnold Bon– Auteursrechtvrij
[pagina 120]
| |
[pagina 121]
| |
en geeft ons lust en leven.
Hy kan ons voetsel geven
Om kort, hy is het doel waarmen al naar schiet,
En sonder Venus Soontjen soo was de Werelt niet.
2.
Maar als te weder zien, hoe hy zijn slaven pijnt,
En houtse staag gevangen, soo datmen eeuwich quijnt,
En doet ons int vier sticken, soo hout hy ons geboeyt
Soomen weermin moet derven,
So ist beter te sterven.
En dan en isset niet als schreven, klagen, rou,
En k'hou hem voor geluckich die zijne vryheyt hou
3.
Maar Goden wat al vreucht is het alst Guytie maakt,
Dat het Meysjes hertie van liefde me is geraakt
| |
[pagina 122]
| |
Alsmen wel mach loven dat u Cloride,
Door uwe trouwe diensten is geworden dwe,
En dat gy door u vleijen,
Haar Zieltje kunt verleyden,
En alles wel regeert al wat hy voor haar doet,
So is den staat des minnaars boven alles soet.
B.H. FINIS. |
|