Canzonen
(1885)–Joan Bohl– Auteursrecht onbekend
[pagina 307]
| |
[pagina 308]
| |
Dinsdag 4 Juli 1882, aan eene buitenlandsche zeebadplaats. Op de ontbijttafel een met floers omgeven boek. Daarin bladerende, vormt zich onwillekeurig eene meening nopens de onbekende eigenares; er is niemand om nopens haar in te lichten. Een ligte tred onder de veranda.... Daar verschijnt zij, wier indrukwekkend uiterlijk het voortreffelijk beeld is van haar hoofd en hart. Waar zij zich vertoont, wordt zij bewonderd - en verdient het. Zelfs de wereldberoemde toondichter Charles Gounod, een harer vrienden, hoort haar met welgevallen. Hare talenten op verschillend gebied, zijn in overeenstemming met haar helder verstand, hare schoonheid en goedheid. Tot de verschillende talen, welke zij uitstekend spreekt, behoort de Nederlandsche. | |
[pagina 309]
| |
AmandaDu bist wie eine Blume,
So hold und schön und rein;
Ich schau' dich an, und Wemuth
Schleicht mir ins Herz hinein.
Mir ist, als ob ich die Hände
Aufs Haupt dir legen sollt'
Betend, dass Gott dich erhalte
So rein und schön und hold.
Heinrich Heine, Die Heimkehr
1[regelnummer]
Aan 't zeestrand nadert onder de veranda,
Als eensklaps uit het ziltkristal geschapen,
De vreugd van 't oord: de vriendelijke Amanda.
4[regelnummer]
De donk're lokken golven langs de slapen
Als zwierge rank, gebeeld om rozenwangen.
Het zielvolle oog is sier en schitt'rend wapen,
| |
[pagina 310]
| |
7[regelnummer]
Dat streelen kan en met ontzag bevangen.
De leest paart kracht zoo aan bevalligheden,
Als heester, rijk met bloem en vrucht behangen.
10[regelnummer]
De waardigheid bestuurt haar vaste schreden;
De kieschheid, 't fijn gevoel staan in haar trekken
Als adelmerken in ivoor gesneden.
13[regelnummer]
Zóó mocht ze in 't uchtenduur mijne aandacht wekken;
En nauw'lijks werd haar schoone mond ontsloten,
Of ieder woord schier deed een bloem ontdekken
16[regelnummer]
In 't held're hoofd of 't warme hart ontsproten.
- 'k Ontmoette in land bij land begaafde vrouwen;
Maar geen met hooger hemelglans begoten.
19[regelnummer]
Wij sleten dagen, weken in vertrouwen;
En nooit was 't gretig oor vermoeid van 't hooren,
Nooit was het oog verzadigd van 't beschouwen. -
22[regelnummer]
Om 't zee-tooneel vaak in gepeins verloren,
Trof ons, hoe een bekoorlijk spel van kleuren
De golf in wisselend gewaad liet gloren.
| |
[pagina 311]
| |
25[regelnummer]
En -vreemd! - het oog kon soms geen wolk bespeuren,
De zon verbergend; toch kwam op de baren,
Als sluier, waar de nimfen onder treuren,
28[regelnummer]
Een lange schaduw - of op eens gevaren,
Als de afgrond onbekend en dreigend, rezen,
Die door een zwarte hand geworpen waren.....
31[regelnummer]
'k Heb dan gemeend, haar lot daarin te lezen;
Want moeielijk viel het raadsel te verklaren,
Hoe zulk een vrouw zooveel alleen kon wezen.
34[regelnummer]
Hoe! voor zoo ver 't zich elk mocht openbaren,
Liet nooit het lot haar ééne gunst ontberen....
- Toch zwierf ze.... als eenzaam vaartuig op de baren!....
37[regelnummer]
En haar gezelschap zag men elk begeeren!
Talent deed haar hoog op de handen dragen,
Haar spel vereeren, haar gezang waardeeren.
40[regelnummer]
Naar wensch gehuwd; door de ouders ga geslagen,
Als eenig kind en zegen op hun wegen....
Wie zal het wagen, naar 't geheim te vragen,
| |
[pagina 312]
| |
43[regelnummer]
Waar ook voor haar het spook uit is gestegen,
Dat, van de wieg naar 't graf, elk sluipt ter zijde,
Als eenig trouwe in zonneschijn en regen!
46[regelnummer]
Geen twijfel! ook voor haar, die te allen tijde
Geluk verdiende, is 't uur van druk geslagen.
- Toen trok zij moedig tegen 't lot ten strijde,
49[regelnummer]
En zocht, steeds sterk en goed, geen heil in klagen;
Als bloem, die zich bij nachtkoû zacht gaat sluiten,
Heeft ze alles stil gedragen en verdragen.
52[regelnummer]
Zoo kon in haar de zoete vrede ontspruiten,
Die zelfs de zwaarst beproefde zal genieten,
Als geestkracht zich in liefde en troost mag uiten.
55[regelnummer]
Wáár nog Amanda's levensstroom moog' vlieten,
Wát schaduwen verborgen handen spreiden,
De zon van 't rein gemoed blijft stralen schieten,
58[regelnummer]
Die zich om haar als aureool verbreiden.
15 Dec. 84. |
|