Canzonen
(1885)–Joan Bohl– Auteursrecht onbekend
[pagina 53]
| |
[pagina 54]
| |
De doorbraak van den Heidijk vóór het noord-brabantsche dorp Nieuwkuik in den nacht van 29 op 30 December 1880, dompelde tallooze gezinnen in onbeschrijfelijke ellende, verwoestte dorpen en landerijen en verspreidde ontzetting door het geheele land. Zelfs menschenlevens vielen te betreuren. Alom wendde de liefdadigheid krachtige pogingen aan tot leniging van den nood, en te Amsterdam werd de verjaardag des konings: 19 Februari 1881, gekozen om door een feest in het Paleis voor Volksvlijt eene ruime bijdrage voor de behoeftigen te verwerven. Daartoe diende ook een Feestblad, waarin, voorgegaan door den Koning en de Koningin, een groot getal Amsterdammers bijdragen in dicht en proza leverden. De volgende regelen zijn er aan ontleend. | |
[pagina 55]
| |
GrootheidQuale i Fiamminghi tra Guzzante e Bruggia,
Temendo il fiotto che in vêr lor s'avventa,
Fanno lo schermo, perchè il mar si fuggia,
..............
A tale imagine eran fatti quelli.
Dante, Inf. XV: 4-10,
Hoe Nederland zich tegen 't woeden kantte
Der golven, en haar aanval wist te weren,
Werd roemvol in de Hel vermeld door Dante.
Hoeveel te grootscher moet door 's hemels sferen
De faam dan niet der edelen weˆrklinken,
Die, liefdevol, thans nood en rampspoed keeren
| |
[pagina 56]
| |
Der armen, die gered zijn van verdrinken;
Maar, bij het tweegevecht van dood en leven,
Het dierbaarst soms in 't water zagen zinken.
De naam van elk, ver boven lof verheven,
Die zich grootmoedig hier ter hulpe haastte,
Verdient tot eer zijns lands met goud geschreven:
Want
Groot is elk, die goed is voor den naaste!
2 Febr. 81 |
|