LXXIII.
Flavius Valentinianus.
Valentinianus, na de dood van Jovianus om zijn goede hoedanigheden, iever, en bestendigheid in den Kristelijken Godtsdienst door het krijgsvolk tot Keizer verklaart, is in 't 320 jaar na Christus geboorte binnen Cibale, een stad in Pannonien, gelegen aan de rivier de Sau, gebooren. Ik zeg om zijn bestendigheid in den Kristelijken Godtsdienst; want toen Keizer Julianus hem om 't hoonen eenes Afgodendienaars de keur gaf, van, of zijne Goden te offeren, dan zijn ampt van Hooftman over de schutters neêr te leggen, verkoos hy edelmoedig het laatste, en ging blymoedig in ballingschap. Zie Ammianus 22 B.
Zijn Vader was Gratianus; een man van geringen afkomst, van zommige Funarius bygenoemt, om dat hy, op zekeren tijd een tou gevat hebbende, het zelve geen vyf soldaaten, zo Viktor getuigt, uit zijn handen konden wringen. Zijn Moeder is niet bekent. Zijn Broeder was Flavius Valens; van hem tot Keizer van 't Oosten verklaart: zie van hem breder op 't volgende blad. Zijn I Vrouw, Valeria Severa; by wie hy won Gratianus, namaals Keizer. Van haar gebeurde een gedenkwaardige zaak, die onze opmerking waardig is. Zy had in haar vrougetimmer genoomen de dochter van zekeren Justinus, Justina genoemt, de weduwe van Magnentius, die zy zeer beminde, en om haar goede hoedanigheden altijd met haar in 't bad nam: ja zy roemde zelfs een langen tijd de schoonheid van Justina by haar man. Dit verwekte in hem een onreine begeerte; en vervolgens overleg, hoe hy, haar ten Gemalinne zou bekomen, zonder Severa te verstooten. Hy liet derhalven door alle de Landschappen des Roomschen rijks een wet verkondigen, dat ieder, die wou, vryelijk twe vrouwen mocht trouwen, onder voorwending, dat de Kristenen daar door zouden vermeenigvuldigen; gelijk dan 't Heidendom door dat middel zeer volkrijk was; na welke uitroeping hy, doch met bewiliiging van Severa, die van geen minnenyd wist, Justina ten houwelijk nam. By deze Justina, zijn II Vrouw, won hy Valentinianus, namaals Keizer; Justa, Grata, die, gelijk haar zuster, nooit getrouwt is geweest; en Galla Placidia, aan Keizer Flavius
Theodosius door den echt verbonden. Zie Paulus Diakonus.
Nauwelijks was Valentinianus op den Roomschen troon getreeden, of hy oordeelde hem niet bekwaam te zijn om te gelijk het Oosten en het Westen te regeeren; derhalven verklaarde hy zijn Broeder Valens tot Medeheerscher, en zond hem naer 't Oosten. Na deze verkiezing stonden de Alanen tegen hem op. Om deze te dempen rukte hy zijn oorlogsmachten by een, en verwon hen by Solicinium, en dreef de vluchtelingen in de Meotische moerassen: waar van de gedachtenisse my ontmoette op een zijner Penningen by Uilenbroek; vertoonende den Vorst gewapent, in de rechterhand het Labarum, of krijgsteken vasthoudende, en met de slinker een Alaan by 't hair vattende; getekent Gloria romanorum, Lof der Romeinen. Midlerwijl wierd Britanje door de Schotten, Pikten en Atakotten verwoed aangegrepen, die door de macht der Alemannen niet weinig ondersteund wierden. Om dit Landschap niet ten prooi dier vyanden te geven, zond hy zijn Veldoversten Theodosius derwaarts, die door zijn dapperheid, na ettelijke bloedige veldslagen, de vyanden verwon, en Britanje in haar vorigen luister herstelde. Terwijl Theodosius hier meê bezig was, sloeg Valentinianus de Alemannen. Rando, Koning der Duitschen, het Roomsche rijk alom van vyanden aangegrepen ziende, taste met zijn oorlogsmachten Mentz aan, verwoestte alles, en sleepte een ongeloofelijken buit weg. Valentinianus dezen opstand hoorende, snelde met zijn leger derwaarts, en taste den vyand tusschen Mentz en Trier aan, wiens leger van hem, na een
wreed gevecht, byna geheel verslagen wierd. Wat zeg ik van der Saxen oorlog, door wien het Roomsche rijk zo veel rampen geleden had? Deze, door den Hooftman Nannenius aangetast, boden een edelmoedigen tegenweer, en zouden de Roomsche macht doen vluchten hebben, indien niet een oud soldaat, Severus genoemt, de slagordens der Saxen verbroken had, waar door zy gedwongen waren de vrede te verzoeken. Deze heerelijke overwinning noopte Valentinianus aan om de Sarmaten, van zommige Kwaden genoemt, om hunne meenigvuldige roveryen vertoornt, tegen te trekken; doch zy voor zijn zegepralend heir beducht, zonden hem gezanten, en baden om de vreede. Hy ontfing hen in Briget, een stad in Pannonien, alwaar zy, door hem verhooringvergunt zijnde, met een welspreekend vertoog hunne roveryen verschoonden; waar over Valentinianus zich zo zeer vertoornde en ontzette, dat hy schielijk van een beroerte bevangen wierd, die hem op een deerelijke wijze van 't leven beroofde. Dit geschiede op den 17 November in 't 375 jaar na Christus geboorte, na dat hy 55 jaaren geleeft, en 11 jaaren, 8 maanden, en 21 dagen loflijk geregeert, en het Roomsche rijk in zijn voorigen luister hersteld had. Zie Ammianus Marcellinus 29 en 30 B. Eutropius, Viktor, enz.
a. Deze Keizer ontmoet ons op een zijner Penningen, dragende op zijn slinkerhand een kloot, waar op de zege staat die hem een lauwerkrans toereikt, houdende in zijn rechterhand het Labarum, of krijgsteken, met dit opschrift: restitutor reipublicae, De Herstelder van den Staat; een heerlijk gedenkteken van zijne overwinningen.