XLVIII.
Publius Licinius Gallienus.
Gallienus, van zijn Vader den Keizer Valerianus tot Medeheerscher aangenoomen, is in 't 970 jaar na de bouwinge van Rome, en in 't 218 jaar na Christus geboorte te Rome gebooren.
Zijn Vader was de rampzalige Publius Kornelius Licinius Valerianus, die van Sapor, Koning der Persianen, gevangen genoomen, en, na een strenge gevangenis, levendig gevilt is. Zie op het voorgaande blad. Zijn Moeder is niet bekent. Zijn Stiefmoeder, de ongelukkige Mariniana; voor de dood van haar man, in den kerker by Koning Sapor gesturven. Zijn Stiefbroeder, Publius Aurelius Licinius Valerius Valerianus, nevens hem, door de krijgsknechten, by Milanen vermoord; wiens vrouw, Kornelia Supera genoemt, eerst door den Heer Saintamant uitgegeven is. Zijn Vrouw, Kornelia Salonina, op zommige penningen Chrysogune genoemt; een zeer schoone vrouw, en de dochter van eenen Attalus, die Iönien onder Gallienus, toen alle andere landschappen hem afvielen, behield. Een van haar penningen by S. Schijnvoet vertoont een zittende vrouw met gedekten hoofde, hebbende op de rechterhand een kloot, en in de slinker een spies of staf, wordende van een bokje op 't lijf gesprongen, getekent venvs felix, De gelukkige Venus. Zijn Byzit, Pipara, de dochter, zo Viktor wil, van der Markomannen Koning: by deze won hy twee zoonen en een dochter, Julia genoemt, waar van de oudste Publ. Licin. Kornel. Saloninus Valerianus geheeten, binnen Keulen van de soldaten, uit
haat tot zijn Vader, doch door het bevel van Postumus, vermoord, naderhand door zijn vader vergood is; volgens zijn penning, vertoonende een Keizerlijke houtstapel, getekent consecratio, Vergooding; hebbende tot opschrift divo caes. valeriano, Aan den vergooden tot het rijk voorgeschikten Valerianus.
a. Nauwelijks had Gallienus, na dat Koning Sapor zijn vader Valerianus gevangen weg gevoerd had, de alleenheerzing aangenoomen, of hy gaf zich tot vadzigheid, hoerery en andere gruwelen over. Deze traagheid en zorgeloosheid was oorzaak dat het rijk door xxx Tierannen ontroerd wierd, die zich in alle oorden van 't rijk voor Keizers opwierpen, waar van de 1 was Cyriades, opgeworpene in Syrien; de 2 Postumus, opgeworpene in Gallien: zie van hem nader op het volgende blad. De 3 Postumus, zoon van genoemden Postumus; de 4 Lollianus, opgeworpene in Gallien; de 5 Viktorinus, opgeworpene in Gallien; de 6 Viktorinus, zoon van gemelden Viktorinus; de 7 Marius, een Wapensmid; de 8 Ingennuus, opgeworpene in Pannonien; de 9 Regillianus, opgeworpene in Illyrien; de 10 Aureolus, opgeworpene in Illyrien; de 11 Makrianus, opgeworpene in Azien; de 12 Makrianus, zoon van gemelden Makrianus; de 13 Quietus, opgeworpene in Azien; de 14 Odenatus, opgeworpene in Syrien; de 15 Herodes, of Herodianus, zoon van gemelden Odenatus: de 16 Meonius, zusters zoon en moordenaar van gemelden Odenatus; de 17 Balista, opgeworpene in Azien; de 18 Valens, opgeworpene in Achaien; de 19 Valens Superior, opgeworpene in
Illyrien; de 20 Piso, opgeworpene in Egipten; de 21 Uhabalathus; de 22 Saturninus, opgeworpene in Gallien; de 23 Tetrikus, opgeworpene in Gallien; de 24 Tetrikus, zoon van gemelden Tetrikus; de 25 Trebellianus, opgeworpene in Cilicien; de 26 Herennianus, zoon van Odenatus en Zenobia; de 27 Timolaus, broeder van gemelden Herennianus; de 28 Celsus, opgeworpene in Afrika; de 29 Zenobia, vrouw van gemelde Odenatus; de 30 Viktoria, moeder van gemelde Viktorius. Deze dertig Tierannen hebben, volgens 't getuigenis van Pollio, het rijk onder Gallienus ontroert; doch alle zijn zy door een geweldige dood gesturven, behalven Tetrikus en zijn zoon, ook zo genoemt, die Keizer Aurelianus, na hen in triomf gevoerd te hebben, heel Italien inruimde, noemende den vader dikwils zijn zoon en rijksgenoot. Zie Vopiskus.
b. Niet alleen wierd het schokkend Roomsche rijk van deze Tierannen beroert; maar de Scyten vielen in Illyrien, 't geen zy geheel uitplonderden, Niet minder moest Griekenland door die Barbaren aanhouden. Thracien, Bithynien en Macedonien wierden van alle haare cieraden berooft, en Nikomedia nevens veel andere steden in den brand gestooken. Zelfs Azien ging niet vry, dewijl de Tempel van Diana te Efesen door de Scyten geplonderd wierd. Veel steeden en menschen wierden door Aardbevingen, Watervloeden, voornamentlijk door de Pest weggerukt. Onderwijl voer Gallienus in zijn zorgeloosheden voort, zich vermakende op een rustbedde van Rozen, en verzeld met een drom van Hoeren, Tooneelspeelders en Bootzemakers. Veel geld wierd door hem in bespottelijke vertooningen verkwist. In eene liet hy Koning Sapor, met veele zijner onderdaanen, op een prachtige wyze gekleed, als gevangenen verschijnen. Eene, dezer nageboodste Persiaanen zeer scherp bekijkende, wierd van een ander gevraagt, waarom hy zulks deed, waar op den schalk, in 't byzijn van Gallienus, dus antwoorde: ik zoek des Keizers gevangene Vader; echter kon dit alles hem uit zijn zorgeloosheid niet opwekken.
c. Hy is in 't 268 jaar na Christus geboorte, by Milanen, van zijn eigen volk met zijn Broeder Valerianus vermoord, na dat hy 50 jaar geleeft, en 14 jaaren, 4 maanden, en 10 dagen, zo met als zonder zijn Vader, geregeert had.