XXIII.
Kajus Pescennius Niger.
Niger, van de Raad tot Vorst van 't rijk verklaard, toen Julianus het gebied van de oproerige soldaaten na de moord van Keizer Pertinax gekoft had, is in 't 890 jaar na de bouwinge van Rome, en in 't 138 jaar na Christus geboorte te Rome gebooren.
Zijn Vader was Annius Fuskus; een voornaam edelman te Rome. Zijn Moeder Lampridia. Of hy getrouwt geweest is, vind men by geen schrijvers; vorders was hy, naer 't getuigenisse van Spartianus, een dapper krijgsman, in wien alle tekenen van edelmoedigheid uitblonken; doch een ongelukkig Keizer.
a. Toen Julianus het rijk van d'oproerige soldaaten gekoft, en zich zelve op dén troon gezet had, behaagde de Raad en 't volk noch den koop, noch den koper; te meer, dewijl hy zich, zo dra hy in 't gebied van 't rijk getreeden was, aan de wellusten overgaf, waar door ieder van hem kwalijk sprak: ja zy ontzagen zich niet openbaar Niger den wreker der Roomsche Heerschappy, en Oppergemagtigste der aanzienlijke mogendheid te noemen. De Raad het volks misnoegen hoorende, schreven aanstonds aan deze Niger, toen Landvoogd van heel Syrien, en droegen hem de Keizerlijke waardigheid op; hem biddende het rijk van een dwingeland te verlossen, en op 't spoedigste met zijn machten naer Rome te rukken. Niger hier over verblijd, laat hem Keizer noemen, en bereid zich tot den optocht; doch te Antiochien gekomen zijnde, gaf hy zich tot alle wellusten over, meenende reeds vast genoeg in zijn schoenen te staan, en vergaapte zich aan de feestdagen en speelen, die hy aan die van Antiochien vergunde, en zelf vertoonde. Severus, gezaghebber van Hungarien en Slavonje, het eene en 't andere hoorende, en door Godsspraken en zekere beduidende droomen aangespoort, oordeelde deze gelegentheid niet te moeten verwaareloozen, vergadert zijn macht by een, en rukt, zonder zich ergens op te houden, naer Rome. Eer de Raad of Juliaan zulks wist was hy voor de poort; des de Raad, niet ziende deze maghtige vyand te kunnen wederstaan, en Nigers sukkelen vloekende, besloot Severus de Heerschappy op te dragen, en Juliaan te doen vermoorden. 't Eene en 't andere wierd spoedig uitgevoert, waar op Severus met alle zegewenschingen binnen Rome kwam. Na hy den volke
giften uitgedeelt, groote plechtigheden bedreven, en den krijgsknechten veel vereerd had, neemt hy voor den sukkelenden Niger, die zijn zaken verwaarloosde, t'Antiochien wellustig leefde, en geen tegenstand verwachtte, te overvallen. Terstont rukte hy zijn heirkrachten by een, en zette in alle de Galeien van Italien gewapent volk. Niger hoorende wat te Rome gebeurt, hy verwaarloost en hem nakende was, ontzette zich niet weinig. Terstond liet hy hulp van den Koning der Parthen, Armeniers, en Atrenen verzoeken, doch bekwam niet als boogschutters van Barzemius; die de Atrenen regeerde. Hy rukt, gesterkt met deze, en de meeste volkeren van Antiochien, zijn krijgsmachten by een, omringt en stopt de engtens en afgebrooke steilten van 't gebergte Taurus met wichtige muuren en stormkatten. Liet Byzantium met krijgsvolk bezetten, om in deze engte Severus de doortocht van Europe naer Azien te beletten. Terwijl Niger, dus bezig, en Byzantium sterk bezet en bemuurt was, zat Severus ook niet stil, maar rukte zijn leger naer Cyzikum, alwaar hy Emilianus, Nigers zaaken verradende, overwon. Nigers volk hier de nederlaag gekregen hebbende, vlood waar het kon, deze over 't Armenische gebergte, geene door Galatien en Azien naer de bolwerken op den Taurus. Hier op rukt Severus als verwinnaar door Bithynien en Galatien op Kappadocien aan, en gebied zijn volk op 't bolwerk van Niger te stormen. Terwijl
Severus hier vergeefs zijn kracht op spilde, was Niger bezig om volk te werven in de meeste steden van Syrien; doch onderwijl wierd het byna onwinlijk bolwerk door het vallen van een groote slagregen, en een meenigte sneeu van een gescheurt, dewijl de muur den vloed niet kon tegenstaan, die voor Severus plaats maakte om over den Taurus naer Cilicien te trekken. Niger zulks hoorende, vergadert zijn verstrooide macht by een, en rukt naer een zeeboezem Issikus genoemt, om daar het geluk des oorlogs af te wachten. Haast zag hy het leger van Severus daar verschijnen, en hem 't hooft bieden. Bloedig was deze slag, en rampzalig voor Niger; want hy zijn macht verwonnen en verstrooit ziende, was gedwongen te vluchten; doch in zijn vlucht achterhaalt zijnde, wierd hy het hooft afgeslagen, in het 56 jaar zijns ouderdoms, na dat hy 1 jaar geregeert had, zijnde het 194 jaar na Christus geboorte. Zie Herodianus 2 en 3 B. Wat zijn gedenkpenningen aangaan, de zelve zijn ook by de liefhebbers zeer seldzaam en kostelijk. Onder andere is'er een, vertoonende het zinnebeeld van de Hoop, in haar gewoonelijke gestalte, getekent Bonae Spei, aan de goede Hoop; ziende op zijn gevaarelijke krijgstocht tegen Severus.