Herkomst van het Surinaamse volk
Het is bekend: de komst van de blanken in Amerika betekende het eind, of tenminste het begin van het eind, van de Indianen. Zij stierven, hetzij in gevechten, hetzij bij de zware arbeid op de plantages waartegen zij niet waren opgewassen. Voorzover zij niet ontkwamen trokken zij zich zo diep mogelijk terug in het oerwoud. De Europese kolonisten die het land wilden ontginnen moesten dus op een andere manier aan arbeidskrachten zien te komen. Hun oplossing voor het probleem was: negerslaven weghalen uit Afrika, krachtige mensen, bestand tegen de hitte. Die oplossing van het arbeidsprobleem hield in een onmenselijke handel in mensen. Zowel door de plantagebezitters als door de slavenvervoerders werden de negers niet anders beschouwd dan als koopwaar, geladen in een haven aan de Westkust van Afrika om te worden gelost in een haven van Zuid-Amerika meer speciaal in Paramaribo, de voornaamste plaats van Guyana, gegroeid uit een Indiaanse nederzetting. Voor zover zij onderweg niet waren gestorven kwamen zij op de plaats van bestemming aan zonder enig bezit, zo goed als naakt.
Zonder enig bezit...... Juist echter omdat zij mensen waren namen zij een onzichtbare erfenis mee: hun godsdienst, hun muziek en gezangen hun verhalen.
Van hun godsdienst ging, zeker van de uiterlijke gebruiken, al spoedig veel teloor door allerlei verboden en bepalingen van de kant der blanke overheersers. Uiteraard bleef veel ervan toch nog in het geheim bestaan. Bovendien zag een groot aantal slaven kans om de bossen in te vluchten, waar zij als vrije mensen konden leven volgens het cultuurpatroon dat zij uit Afrika kenden.