Lekenspiegel
(2003)–Jan van Boendale– Auteursrechtelijk beschermd122 Wat rechters en heren moeten wetenEens vroeg een koning aan een wijze klerk wie machtiger en belangrijker was: een rechter of een heerser. De geleerde antwoordde onomwonden dat de rechter belangrijker is: een koning is volgens de wet een dienaar van het recht en daarom moet hij zijn geboden gehoorzamen. Het recht is immers afkomstig van God opdat men volgens het recht zou leven en iedereen het zijne zou geven. En dat recht mag een koning hoe dan ook nooit met argumenten geweld aandoen. Het recht moet streng worden toegepast: het zou een koning het leven kunnen kosten, als hij dat verdient. Recht is geen spelletje, want het behoort krachtig te zijn, elk het zijne te geven én leven, goed of lichaamsdeel te nemen volgens de voorgeschreven wet. Op die manier staat het recht boven de koning en alle andere mensen. Omwille van het recht zijn er heersers, maar het recht is min of meer voor de heersers gemaakt. Wie goed doet, goed ontmoet. Regeringen zijn door God ingesteld om Diens geboden en het recht te handhaven en het volk te besturen. Want als er geen wetten waren, zouden de mensen voortdurend vechten, moorden, stelen en roven. Niemand zou een ander vertrouwen. De sterkste zou de anderen verscheuren en opvreten, net zoals de vogels, de beesten en de vissen in de rivieren dat doen. Daarom moet men buitensporigheid en extravagante rijkdom streng, maar wel goed en verstandig beoordelen. | |
[pagina 167]
| |
Als een rechter zitting houdt, moet hij zijn oor lenen aan armen en rijken. Hij moet tijd en gelegenheid geven, opdat iedereen zijn zaak aanhangig kan maken en zich kan verdedigen. Zo moet een rechter zich gedragen. Hij mag geen steekpenningen aannemen, want God zal bij het Laatste Oordeel iedereen op rechtvaardige en gelijke wijze oordelen. Niemand kan daaraan ontkomen. Dan zal de rechtvaardige Rechter goeden en kwaden vonnissen. David zegt in de Psalmen: - ‘Zalig zijn zij die in gerechtigheid leven en daarin volharden.’ Ciceroaant. beweert dat een rechter het recht altijd voorrang moet geven en het onrecht moet vernietigen. Doet hij anders, dan is hij kwaadaardig en verdorven. Wie misdadigers veroordeelt, begaat daarmee geen misdrijf. En dat geldt ook voor de folteraars, want ze handelen volgens het recht. Als ze dat zouden nalaten vanwege een voordeeltje of een pleziertje, begaan ze grote zonden jegens God, Onze Heer. Want gerechtigheid verzacht Gods toorn en straft de arrogantie, opdat andere mensen het beter zullen doen. Degenen die misdadigers de duimschroeven aandraaien, begaan zelf allerminst een misdaad: ze doen alleen maar wat het recht hun heeft opgedragen. Een rechter die iemand ten onrechte veroordeelt, zal door Gods vinger worden nagewezen en door Gods mond veroordeeld worden. Wie onschuldig en in weerwil van het recht veroordeeld is, zal daarvoor ruimschoots beloond worden in het eeuwige hemelrijk, mits hij zijn veroordeling lijdzaam ondergaat. |
|