111 God liefhebben
Het hoogste waarvan ons hart vervuld moet zijn, behoort te allen tijde God zelf te zijn, Die ons schiep en tot zijn heerlijkheid riep. Hem moeten wij boven alles met heel ons hart liefhebben. Als wij Hem bezitten, hebben we alles. Alles wat we zonder Hem hebben, stelt niets voor. Hij zal immers altijd blijven bestaan, maar andere zaken vergaan. Het evangelie zegt het als volgt:
- ‘Zoek allereerst Gods rijk, dan zal alles u toegeworpen worden, want Gods rijk is God zelf.’
Wie God liefheeft, staat hoger in aanzien dan enige koning op aarde, want zijn koninkrijk zal eeuwig duren, terwijl het aardse rijk te gronde gaat. De profeet David zegt hierover:
- ‘Godsvrucht is het begin van alle wijsheid.’
Wie volkomen ontzag heeft voor God, zal nooit meer een zonde begaan. De man die zonder zonden kan leven, is verreweg de wijste man. Wijsheid komt voort uit ontzag voor God. Wereldse wijsheid is niets anders dan dwaasheid in de ogen van God. Want dat wat de wereldse wijsheid aan bezit oplevert, moet de mens achterlaten bij zijn dood. Maar de wijsheid die voortkomt uit het liefhebben van God, blijft bestaan en zal niemand in de steek laten. Zij geeft de mens het eeuwige leven.
Als wij mensen of bezittingen plaatsen boven het liefhebben