Dagloners moeten God boven alles stellen en zonder ophouden naar beste kunnen werken. Dan houden ze God voor ogen en zal God hun trouw blijven, omdat ze proberen hun schuld af te lossen. De rijke man moet ook niet het loon tot de volgende dag achterhouden als de arbeider het opeist. Want hij heeft zijn vlees en bloed afgemat voor wat men hem moet uitbetalen, maar achterhoudt. Daarvoor zal Onze Heer genoegdoening eisen, tenzij men op zijn schreden terugkeert. Aldus moeten we God in oprechte trouw naar de ogen zien en Hem altijd de hoogste plaats toekennen. Dan kan niemand ons een strobreed in de weg leggen, want wij behouden Gods genade en die kan niemand ons afpakken.
Zodra u 's ochtends wakker wordt, moet u uw gedachten onmiddellijk op God, uw Schepper, richten. Zonder treuzelen moet u opstaan en u klaarmaken Hem te dienen: maak een kruisteken, beveel ziel, lichaam en goederen aan God aan Die u niet in de steek zal laten, ga in de kerk, indien mogelijk, de mis bijwonen, zeg vroom uw gebeden op en verlaat de kerk niet voor de mis is afgelopen. Na afloop kan men zich bezighouden met wat tot het levensonderhoud behoort, in gerechtigheid en met trouw en met het oog op God. God moet op de eerste plaats komen bij alles wat men aanpakt, anders handelt men verkeerd.
Als u aan tafel zit, moet u niet vergeten tot God te bidden, een kruis te maken over uzelf en de spijzen, matig te eten en te drinken en uw Schepper te gedenken. Ook de arme sloebers moet u niet vergeten, want dat zijn Gods ledematen. Uw arme medemensen behoort u bij te staan, want als ze van gebrek omkomen, zal God het op u verhalen, hier of in het hiernamaals, zeker als u van hun behoeftige omstandigheden op de hoogte was.
Na de maaltijd zult u God danken voor zijn gaven waardoor u dagelijks kunt leven. En u moet bidden voor al degenen die u goed hebben gedaan en die ervoor zorgen dat u het steeds goed blijft hebben.