Volksverhuizing. Sommige mensen beweren dat dit tijdvak liep tot de tijd van Mozes. Hoe het ook zij, ik laat het daarbij. Dit tijdvak duurde duizend jaar.
Het vierde tijdvak liep tot David, de eerste koning die de scepter zwaaide over het joodse volk. Hij was een heilige en waarachtige profeet. Duizend jaar duurde deze periode.
De vijfde periode liep tot aan Jezus Christus, die door zijn goddelijke genade ons heil met Zich meebracht en ons dankzij zijn heilbrengende dood uit de helse ellende verloste. Men zegt dat ook deze periode duizend jaar besloeg.
De zesde periode volgt hierna en duurt van Christus' geboorte tot Hij wederkomt om de wereld te oordelen en ieder mens het loon te geven voor wat hij hier heeft uitgevoerd.
Het zevende tijdvak komt daarna. Dat is het tijdvak dat eeuwig zal duren en geen einde zal kennen, zowel in de mooie hemel als in de hel. Moge God ons behoeden voor de helse straffen en moge Hij ons met Hem meevoeren naar het hemelse Jeruzalem.
Net zoals de tijd wordt ingedeeld in jaren, wordt het jaar in vieren verdeeld: lente, zomer, herfst en winter. Elk van deze seizoenen telt drie maanden. Elke maand heeft ongeveer vier weken. Elke week heeft zeven dagen. Nu zult u horen hoe lang een dag duurt. Een dag loopt van de noen [negende uur; ± 3 uur 's middags] van de ene dag tot aan de noen van de volgende. Dat duurt 24 uren die weer onderverdeeld zijn in korte momenten van één oogopslag.
Op deze wijze wordt alles gemeten. Zowel de omtrek van de hemel als de lengte en breedte van de aardbol heeft God op maat geschapen. Als er ook maar iets niet aan zou kloppen, zou de wereld niet langer kunnen bestaan.
Wat men ook doet, men moet het met mate doen, want als men geen maat weet te houden, wordt de arbeid vernietigd. Zoals een wijs en verstandig man zegt: Mate es ten alle spele goet.