en zouden Zijn gedrag moeten volgen. Want Hij die waarachtig Koning was in de hemel en op aarde toonde overal verdraagzaamheid en nederigheid. Hij bad met grote inspanning voor degenen die Hem ter dood brachten. Priesters zouden in de tijd die hun is toegemeten geen vijandelijke gezindheid moeten koesteren, noch straf moeten uitdelen, want dat is hun taak niet.
Ach, met geduld en nederigheid is het vandaag de dag slecht gesteld in kringen van priesters. In hen openbaren zich wraakgevoelens - al is het niet met het zwaard - en hoogmoed, alsmede afgunst en hebzucht, zoals ik u hiervoor vertelde. Ik kende een priester in Brabant die hetgeen hem was misdaan of in beledigende zin was toegevoegd, zelden ongewroken liet. Maar hij strafte het als hij de tijd daartoe rijp achtte. Of het nu een machtige of een minder machtige tegenstander betrof, al had hij zijn brood met bedelen moeten verdienen, hij zou hem strafFen wanneer hij de tijd gekomen achtte, zonder in opspraak te geraken, niet door voeten of handen af te hakken maar door middel van schade en schande, in het geheim of openlijk. Deze priester was het tegendeel van Christus, die in de nood tot Zijn Vader bad voor degenen die Hem ter dood brachten, en die dagelijks de zondaren vergeeft als zij daar prijs op stellen.
O, gevoelloze mens, verstokt in hoogmoed, hoe komt het toch dat u meent zo gevoelloos te kunnen zijn ten aanzien van uw naaste, voor wie God zo erg moest boeten, dat Hij voor hem aan het Kruis hing? U wilt hem omwille van een kleinigheid terstond in het verderf storten, zowel naar ziel als lichaam. Hetzelfde zal u op uw beurt door God worden aangedaan, die zelf zegt: ‘Met de maat die u zelf hanteert, zal men u meten.’ Deze uitspraak laat niets aan duidelijkheid te wensen over.