Boek van de wraak Gods
(1994)–Jan van Boendale– Auteursrechtelijk beschermd14 Hoe de koning van Frankrijk een veldslag tegen de koning van Engeland verloor, en over drie goede eigenschappenToen ik dit boek, onder inspiratie van God, tot hier had geschreven, bereikte me een bericht dat bedroevend is om te horen, zoals u thans zult vernemen, namelijk dat koning Philips van Frankrijk [Philips vi] met een aanzienlijke legermacht tegen Edward van Engeland [Edward iii] zou hebben gestreden [26 augustus 1346].Ga naar eindo Toen het mij ter ore kwam, besefte ik terstond dat deze straf in dit boek thuishoorde. Want sinds de Romeinen tegen de Afrikanen streden, meer dan duizend jaar geleden, vond geen slachting meer plaats waarbij zoveel machtige koningen, hertogen, graven, bisschoppen, baanderheren, ridders en schildknapen het leven lieten op het slagveld. Die sneuvelden daar aan de kant van Philips, zo'n veertigduizend in getal, terwijl Edward bij die gelegenheid krachtig stand hield. Toch had hij daar de beschikking over nauwelijks één op vijf mannen. Dit gebeurde niet ver van Amiens, in de landstreek Bray.Ga naar eindo Beste lezers, merk hoe God, Onze Heer, te werk kan gaan en hoe Hij over alles Zijn vonnis kan voltrekken. Zie hoe van over de zee een koning komt met een klein leger tegen de koning van | |
[pagina 66]
| |
Frankrijk, de machtigste van het Christendom, en burchten en land op hem verovert en eigenhandig strijd levert met hem en hem het veld laat ruimen. Ik heb het u hiervoor al verteld. O, gij vorsten der aarde, als u plechtig en in grote luister op uw troon zit, als ridders of schildknapen voor u buigen, u onderdanig zijn en allen in uw dienst staan, verhef u dan geenszins, maar bedenk dat er een Heer boven u is die u op zekere dag uw leven kan ontnemen. Bedenk ook, met deemoedig hart, dat het niet uw mensen zijn, maar mensen van God, Onze Heer, die het ervoor over had om vanwege hun eeuwige zaligheid mens te worden en te sterven. Verbeter u, heren, de tijd is gekomen, spiegel u aan andere heren, voordat God Zijn straf in volle hevigheid op u laat neerdalen. Want als u er het minst op bedacht bent, kan de zware klap u onverwachts en onvoorzien treffen, zoals u dagelijks om u heen kunt zien als het andere heren overkomt met jammerlijke rampen. Dezelfde God die hen trof, kan u treffen als Hij dat verkiest. Het wordt vaak gezegd: ‘Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.’ Moge een ieder zich hiervoor hoeden.
Er zijn drie goede eigenschappen waarmee elk mens de gunst van zijn Schepper en die van de mensen kan behouden, die vrij eenvoudig in de praktijk te brengen zijn, zoals ik ze in het Latijn vermeld vond. De eerste is, om te beginnen, dat hij de Heilige Kerk liefheeft en haar recht altijd in acht neemt. Daar is hij toe verplicht. Geen heer - keizer, graaf noch hertog - is zo hoog, of hij moet altijd priesters eren. Want priesters zijn plaatsvervangers van Onze Heer. Ze zijn hier op aarde benoemd op de plaats van Christus, die hen schiep en alles geschapen heeft, en die leeft zonder begin en einde. Ook kan de priester zonden vergeven, waartoe engel noch aartsengel is uitverkoren, noch de Moeder van Christus. De tweede eigenschap is dat hij de privileges en het recht | |
[pagina 67]
| |
van elke stad geheel en al in acht neemt en het recht van zijn land daarbij. Want een heer kan zijn mensen nergens meer mee tegen zich in het harnas jagen dan dat hij zijn plechtige beloftes verbreekt, zoals een wijs man ons zegt. Ook doet hij de trouw dan teniet, wat voor God heel zwaar weegt. Elke heer is verschuldigd zich ten zeerste aan het recht van zijn land te houden. Als een ander het zou willen schenden, zou hij het zelfs moeten wreken. De derde eigenschap is dat een heer nooit hogere geldstraffen oplegt dan volgens het vonnis is toegestaan. Doet hij dat wel, dan staat dat gelijk met roof. Maar elke heer dient onder zulke omstandigheden genade te betonen, zoals hij wilde dat God het hem zou doen als hij iets verkeerds deed ten opzichte van Hem. Want de mate van genade die men hier op aarde betoont, betoont God ginds in de hemel. Daarover heb ik eerder reeds de waarheid gezegd. Als een landsheer het ernaar gemaakt heeft dat God zijn vriend niet is en Hij om Zijn woede te koelen vervolgens een vijand tegen hem opzet die al rovend en brandstichtend zijn land binnentrekt, is het dan eigenlijk rechtvaardig dat het volk de schandelijke daden en de zonden moet ontgelden die hun heer beging? Maak mij dat nu eens duidelijk. Ik geef bij dezen als antwoord dat het inderdaad rechtvaardig is, verneem thans hoe ik dat bedoel. Als de mensen erin berusten en met lede ogen aanzien dat hun heer onwettig handelt en het recht van het land aan zijn laars lapt, als ze dat niet op tijd voorkomen en hem in alles zijn gang laten gaan, dan moeten ook zij het kwaad ontgelden dat hun heer bedreef. Zoals een landsheer altijd zijn onderdanen straft en tuchtigt, zo behoren zij zich op hun beurt altijd tegen de landsheer te verzetten als hij de mensen ongenadig behandelt of dingen wil ondernemen die hem of zijn land schade of schande berokkenen. Degenen die een vrije stad besturen en zich vanwege iemands genoegen of voordeel wederrechtelijk de privileges en | |
[pagina 68]
| |
vrijheden van een stad laten ontnemen zonder daarvoor hun leven op het spel te zetten, verspelen daarmee eer, lichaam en bezit, vanwege de ontrouw die ze hun stad bewijzen. Dat delen de oude wijzen ons mee, die eertijds leefden. Want het algemeen belang dient men onverwijld boven elk ander belang te plaatsen, zoals Aristoteles, Plato, CiceroGa naar eindo en andere leermeesters in hun boeken schrijven, neem dat ter harte. Dit onderwerp laat ik rusten. Ik zal erop terugkomen als God het wil, die alles weet, als ik het derde boek heb voltooid, dat u zal leren elke vorm van straf achterwege te laten.Ga naar eindo Maar wanhoop niet, welke straf God u ook stuurt, want aan de hand daarvan zult u er zeker van zijn dat u in de hemel komt. |