Bert Vuijsje
Pé Hawinkels en de jazzwereld
‘Dichter’, ‘schrijver’, ‘vertaler’ en ‘literator’ stond er in de overlijdensberichten; het woord ‘jazzcriticus’ ben ik in geen enkele krant tegengekomen. Toch heeft de muziek in het leven van Pé een minstens zo belangrijke rol gespeeld als de letteren.
Najaar 1965 moet ik hem voor het eerst hebben ontmoet. In augustus van dat jaar had hij mij vanuit Nijmegen een brief geschreven, als reactie op mijn recensie van John Coltranes A Love Supreme in het blad Jazzwereld. Het was een beleefd schrijven:
‘wil ik U alvast feliciteren met Uw eigen bijdragen... Uw ietwat “understated” stijl kan ik ten zeerste waarderen, en ook de wijze waarop U Uw bespreking heeft opgebouwd vind ik erg geslaagd’,
maar niet wars van stevige kritiek:
‘Mij lijkt dat U door allerlei muzikale kenmerken van de muziek op deze plaat op te sommen er niet in geslaagd bent om een geheel te scheppen dat de superieure kwaliteiten van deze muziek enigermate voelbaar maakt.’
De brief liep uit op het verzoek of ik zijn A Love Supreme-recensie in De Nieuwe Linie wilde lezen, ‘en me dan in een paar woorden, zoals ik hier heb gedaan, Uw commentaar zou willen toesturen. Een dergelijke gedachtenwisseling heeft er naar mijn mening te weinig plaats tussen mensen die het, min of meer ex professo, over dezelfde zaken hebben.’
Van die schriftelijke discussie is het nooit gekomen, maar wel zaten we een paar weken later tegenover elkaar in mijn Amsterdamse Pijpwoninkje. We ontdekten snel dat we veel gemeen hadden: allebei student, ambitieus, hevig gebeten op de commerciële domkoppen van de vorige generatie ‘jazzpublicisten’, en gedreven door onze overtuiging dat de jazz met John Coltrane op weg was naar een grootse toekomst. Ikzelf was daarbij een typische vertegenwoordiger van de oorlogsgeneratie: opgegroeid in de zorgelijke jaren vijftig en geneigd in mijn geschriften allereerst te streven naar gedegenheid, nuchterheid, ‘serieuze informatie’. Pé bracht hele andere kwaliteiten in: eruditie, Bourgondische charme, de sierlijkste stijl van alle jazzcritici.
Over strikt muzikale zaken hebben we eigenlijk nooit meer diepgaand van gedachten gewisseld. Ik wist hem al spoedig als medewerker bij Jazzwereld binnen te loodsen en gaandeweg ging ik hem als vriend