Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne
(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij
[pagina 332]
| |
Verscheyde Letteren.A. en C.TRef my met geenGa naar voetnoota C mijn Engel,
Wen ik na uw Bruiloft hengel,
Maar nu ik vol smarten ga,
Maak my vroolijk door eenGa naar voetnootb A.
| |
I.K.EEnGa naar voetnootc I komt Dieven toe wanneer sy hangen.
EenGa naar voetnootd K sal Momus voor sijn loon ontfangen.
| |
[pagina 333]
| |
B.M.R.S.EEn Schaap de B. een Mṽ de Koe,
Een Hond de R. sich maatigt toe,
Een Slang de S. wie seit dan dat,
Een Beest geen Letter-kennis had?
| |
N.L.
N. * L. schrijft Roome, wen de Raad
Een schuldig Feit niet wel verstaat.
Uw min blijkt my ook noch niet wel,
Schrijf ik dan vreemt van U, N.L.
N.L. dat is, Non Liquet, 't en blijkt niet.
Θ is de eerste Letter van Θάνατος, de Dood. | |
A.O.
O. Segt een Voerman by sijn Paarde',
A. roept een Bruigom wen hy paarde.
De O. past my in 't minne-klaagen,
Maar A. geniet ik noit mijn daagen.
| |
Θ. en Π. Griexe Letters.DE Θῆτα jaagt ons aan een doodelijkke schrik.
DeGa naar voetnoot* Πῖ niet min. 't Is bey werk van een oogenblik.
|
|