Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 324] [p. 324] Op mijn Afbeelding. Hoc Dominae certi pignus amoris erit. AFbeelding van my self en tweede eygen self. Spoey na mijn Celestyn, die in haar Saalgewelf Mijn heimlijk vonnis schrijft van leeven of van sterven. Afbeelding spoey na haar, die my haar gunst doet derven, Of als Wet-geefster gunt. Tree eer niet van haar af, Eer sy uw siel-loos beeld besielde Leeden gaf. So dra mijn Engel uit onleeven Leeven teelde, So doe haar mijn gesicht door uw gesicht verbeelde'. Voelt sy dan nieuwe vlam en ongewoone schrik En toegeneege min, so seg haar, hoe dat ik Meer vlammen, schrik, en Min moet in mijn boesem voede, Misschien werkt gy by haar voor Fidamant ten goede. Misschien wort sy ontfonkt en word ons toegedaan. Doch Beeltje neemt sy U, dat is mijn Weesen, aan, [pagina 325] [p. 325] So seg haar, geevende (of ik niet in haar sin waar!) Dat dat d'Afbeelding is van haar getrouwe Minnaar, Haar Leidschen Fidamant. Maar och! hoe vrees ik dat, Wijl sy ontaart u met ontaarde vingers vat, U in haar haart-vuur werp en door de vlam verbrande; So gaan wy beide door een vlammend vuur te schande. Vorige Volgende