Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] Op haar singen onder 't speelen. Wys; Moore-Ballet. 1. NU gy speelt, daar meenig u om streelt, Moet ik u mijn konst ook toonen Soo 't u niet verveelt. Gy speelt net, der Mooren groot Ballet, En kunt alles so verschoonen Na de Cymbels wet. En dit volmaakte Joffer, Is noch niet genoeg, Maar opent ook de koffer Van uw hart, die droeg Een stem en soete klank. Wel sing en speel dan saamen Uwen Amarant Ik roem met stille naamen Op die selve trant Uw speel-kunst en gesank. 2. Theben stof, niet langer op de lof Van Amfions Cyter-snaaren, Die neemt nu al of. Orpheus Luyt, waar mee hy berg en kluyt En de Dieren dee vergaaren, Is in toon gestuyt. [pagina 144] [p. 144] By ons ist niet met allen, Wen Nymf Celestyn Haar vingertjes laat vallen Daar de Cymbels sijn, Hoe toont die kunst sich dan? Hoe geestig kan sy klimmen En ook daalen weer, Haar kunstbre hand als schimmen Dartelt heen en weer, En lokt een yder an. 3. O Jupijn! hoe kan het moog'lijk sijn, Dat een Juffer so kan speelen In een mensche schijn! Ik vertrow, hoe of het anders sow Dat s'is door dit harte streelen Een Godin, geen Vrow. Dit sinkken en dit rijsen Wen sy singt, dat is Om yeder aan te wijsen Dat mijn keur is wis En dat sy noch is meer: Geen Klio derft haar gorgel Roeren tegens haar, Haar Keeltjen als een orgel, Dat so helder waar, Wint Goôn en menschen eer. [pagina 145] [p. 145] 4. En dan Maagd, indien het u behaagt, Speel niet langer onder 't singen, 't Was te veel gewaagt. Ons gemoed, daar't beyde aan is soet. Voelt van binnen sich bedwingen Wen gy 't een maar doet. Uw eene kunst te hooren Heeft wel kracht genoeg, Ons Hartje te bekooren, Dat m' u Liefde droeg, Breng daar geen twee by een. Gy komt mijn Hart ontschaakken. Ey dan Juffer swijg, Of ik sal ook weer waakken Dat ik 't uwe krijg, En leef met u gemeen. Vorige Volgende