Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Om Liefde. Wys; Bergamasko. 1. SIelvoogdesse van mijn jeugdig leeven, Kroone-draagster van mijn minnend hart; Aan wien ik mijn sieltjen heb gegeeven, Toen mijn min om weder-min leed smart. Twijfselt gy of ik u minde Sedert ik u eerstmaal sag? Och! dat gy my soo besinde, Ik verspilde geen geklag. 2. Wee-klacht sou ik in mijn boesem smooren, Niet een suchje quam'er uyt mijn mond: Vreugde galmen sou mijn Engel hooren Nu haar borst ook draagt een minne-wond. 'k Sou in 't silver water swemmen Dat mijn oog van vreugd vergoot. d'Echoos souden ook haar stemmen Met my menglen, kleen en groot. 3. Soo mijn Boutje, soo mijn eenig troosje, Geef mijn Rif sijn voorig leeven weer, Schoon uw weesen krijgt een wervig bloosje, Dat 's een teeken van uw suyver' eer. Purper kleeft my ook op 't Weesen Dat door mond-gekus sal vlien, Laat ons daar dan kusjes leesen Tot wy bleek, als Geesten, sien. Vorige Volgende