Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *1r] [p. *1r] [pagina *2v] [p. *2v] Op de Tytel-Plaat. IN 't aansien van de weerelds volkken Vrow Venus op haar waagen praalt, Die van twee Duifjes door de wolkken Met vlam in 't Hart word voortgehaalt. Kupíd is Voerman in dien Heemel, Van daar word Celestyn beschowt, Die prachtig by het Min-geweemel Sich op haar Troon, als Maagd, onthowt. In 't midden van vier Minne-Goodjes, Speelt sy met Paarl' en Diamant, En schikt haar gulde boesem boodjes, En Paarel-snoeren met haar Hand; Wijl d'eene Min-God toont het waapen Van Fidamant, een Halve Maan; En d'andre wijst sijn Hart, geschaapen Om dwersse pijlen uit te staan; Een derde brengt gevouwe Handen, d'Uytwerxels van getrouwe Min; Een vierde klaagt sijn minne-branden Door 't schrift van Een, en stelt daar in Sijn welvaart; om sijn smert te boeten. Mint Een alleen, geen twee, noch meer. Het meerder tal treed hy met voeten, En geeft alleen aan Eene d'Eer: Die Eene poogt hy te beleesen Op Phaebus Sand-berg in 't verschiet: Die Celestyn alleen sal 't weesen, Die Fidamant helpt uit verdriet. Meditando. Vorige Volgende