Verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen
(1684)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij
[pagina 203]
| |||||||
I.ALhoewel de Maselen en Pokjes onder de soorten van Koorsen behoorden, so sullen wyse egter alleen verhandelen, om dat’er in de Genesinge als in de oorsaken noch al eenig onderscheid is: Want het schijnt dat dese Maselen en Pokjes meest geboren werden, wanneer in de logt deeltjes genoeg zijn om een bloed dat een gestel tot de koors heeft, eenigsins te doen schiften: Want dit schynt een siekte te wesen die een algemeene oorsaak uit de logt heeft, gelyk als de Pest-koorsen. | |||||||
II.Het bloed dan vol werdende door een suur datwe uit de Logt in ons bloed in ademen, werd het broeyende en koorsig, gelijkwe elders breeder hebben gesegt: Maar dewijl dat’er ook veel Gyl-deeltjes komen te schiften, en in de kliertjes of vaatjes des huids vast te sitten, zoo gebeurt het, dat het aan-vloeyende vogt daar niet verby kan komen, ten zy het tegens die Verstoppingtjes aanbotst, waar door een aanwas van stoffe komt, en puisjes maakt, of vlekken. En dewyl dese Stoffe in geen eene stand altyd kan blyven, begint se op het laatste te broeyen, en | |||||||
[pagina 204]
| |||||||
tot een etter te veranderen dat dan de Pokjes gemoemt werden, maar soo dese vlekken oft puisjes allenxkens verdwynen, werdense Maselen gehieten. | |||||||
III.Sommige leggen de oorsaak heel anders uit, en meinen dat deze Pokjes ontstaan uit een vuiligheid die de Kinderen uit de Lyfmoeder van hare ouders behouden hebben, en dat die stoffe door dese of gene uitterlyke gelegentheid begint te effervesceren, en als van het middel-punt tot de omtrek uit te bloeysemen, gelijk als een vat met gist, zijn gist door het bom-gat uitwerpt. Maar die een weinig verstand heeft. kan wel haast bevroeden, dat dit een los Fondament is: Want hoe zal een man die over de vyftig jaaren is noch de Pokjes konnen krijgen, indien hy dat van die oorsaak moest hebben: Die S. Sanctorius gelesen hebben, zullen lichtelyk bevinden hoe veel men in een dag uitwasemt, en zoo dat waar is, gelyk het niet kan tegen gesproken werden, zoo moest dat Ferment, het welke ze uit de Moeder zouden behouden hebben, al lange zijn weg gevlogen, dewijl de doorwaseminge haare huisvestinge ganschelyk belet. | |||||||
IV.Zy doen daar noch een oorsaak by, zeggende, dat een yeder die geboren is, eenmaal in zijn le- | |||||||
[pagina 205]
| |||||||
ven dese Pokjes onderworpen is te hebben. Maar ik loochen dit, want voor eerst sterven daar menigte niet alleen jonge maar oude, die noit gepokt hebben. En ten anderen zijnder veele die twee en driemaals dese pokjes gehad hebben eerse tot haar eind quamen, en dat niet weinig, maar elke reis soo veel, datze daar blind aan leiden. Soo dat dit Axioma soo vast niet en gaat als men wel seid. Siet verder in myn Institutie. | |||||||
V.Ontrent de Genesinge moet men de Kinderen zeer warm houden, anders slaan de Pokjes, gelyk men zegt weder in: het welke eigentlijk geen inslaan soo veel is, dan wel een belette doorwaseminge, want door de koude werden onze sappen koud en dik, zoo datze soo zeer niet tegens dese geswelletjes aanpersen, en de selve doen oplichten, als te voren, doe het bloed broeyender was en meer uitwasemde: Dese uitwasemende deeltjes spannen ook de huid geweldig op, en by gevolg deze geswelletjes, het welke zoo niet en geschied als het bloed koud en dik is. | |||||||
VI.Derhalven moet men de Kinderen vry warm houden. En om dit noch meer te vervorderen | |||||||
[pagina 206]
| |||||||
is het best haar Sweet-middelen te geven, laatende haar dagelijks Saffraan gebruiken: Of
Of
Laatse, zeg ik, deze of diergelijke sweet-middelen dagelyks gebruiken, op datse geduirig in een goede doorwaseminge gehouden werden. | |||||||
VII.In haar bier mach men haar een sakjen met Schaaps-keutelen hangen, het welk buiten gemeen goed is. Anders laat ik haar geduirig een Decoctie van Scorzonera en Cornu cervi drinken. Indien se Theé willen drinken, mogen zy die tot sweetens toe gebruiken. | |||||||
VIII.De Pokjes wanneerse rypen, steekt mense met een naaldjen door, anders sweeren zy te diep in, en laten leelyke gaten na. Men strijkt- | |||||||
[pagina 207]
| |||||||
se ook wel met Amandel-olie. Of men betse met een kooksel van Vygen in bier. | |||||||
IX.Soo de oogen beledigt werden, laatmen die van een jong hondjen likken: en men bestrijktse met wat vrouwe sog of Saffraan. En indien daar pyne is, doet men wel een weinigjen Opium daar onder. | |||||||
X.Is de keel bezet, laat menze met wat raapsop of vyge-bier gorgelen. Siet meerder in myn Practyk. |
|