Onder het hoofd waren, gelyk men in de meeste rupsen siet, aan yder zyde dry-puntige pootjes; het middel-lyf wierde van agt stompe ondersteunt, en het agter-lyf van twee. de zelvige was redelyk vaardig in syn bewegingen. na dat hy gegeten had, begaf hy sig in de rust, en hield sig stil.
III. Den agsten van Herft-maand, begon hy stille te leggen of hy dood was, maar was dry dagen daar na in een groen popjen verandert, het