Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3
(ca. 1695)–Steven Blankaart– AuteursrechtvrijSteven Blankaart, Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3. Niet eerder verschenen
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar ZB | Planbureau en Bibliotheek van Zeeland, Middelburg, Handschriftenverzameling Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, signatuur: Nr. 1137G2
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt. Deel 3 van Steven Blankaart uit ca. 1695.
Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand. De transcriptie is vervaardigd door Mirjam Lambermon en Tineke Wiltink; eindredactie: Hans Beelen.
De titel Schou-burg der Rupsen, Wormen, Maden, en Vliegende Dierkens daar uit voortkomende. Door eigen ondervindinge by een gebragt is door ons aan dit handschrift toegekend naar analogie van de titel van deel 1 (in druk verschenen, 1688) en deel 2 (autograaf, KB Den Haag, signatuur: KW 71 J 52).
In het handschrift zijn verschillende handen herkenbaar:
1) de pagina's 1r-21v zijn geschreven door Blankaart zelf; de hand komt overeen met die van de autograaf deel 2 (zie hier met name de lopende schrijfhand op de pp. 110r, 154r-155v en 171r-175v);
2) de pagina's 22r-23v zijn van een andere persoon. Het gaat om een brief van een Zwollenaar die tegen betaling voor Blankaart insecten verzamelde in Zwolle en omgeving. Vermoedelijk is dit dezelfde persoon die Blankaart de in hoofdstuk 17 en 22 van deel 2 genoemde insecten heeft geleverd.
3) het handschrift van de pagina's 24-31 vertoont duidelijke overeenkomst met het schoonschrift van het kopijhandschrift van deel 2, en kan daarom eveneens aan Blankaart worden toegeschreven.
redactionele ingrepen
- De hoofdstukken zijn onderverdeeld in genummerde paragrafen. Voor het nummer van de paragraaf in de lopende tekst staat soms een scheidingsteken alsof er moet worden ingesprongen. In dit geval is het daaropvolgende nummer op een nieuwe regel geplaatst.
- Het handschrift is op enkele plaatsen onleesbaar door verbleekte inkt en watervlekken. De onleesbare tekst is zoveel mogelijk aangevuld; conjecturen zijn tussen vierkante haken geplaatst.
- Enkele doorgehaalde passages zijn tussen vierkante haken geplaatst, voorafgegaan door het woord doorgehaald:.
- Onderstreepte en dubbel-onderstreepte woorden zijn in de transcriptie gecursiveerd; breviaturen zijn cursief opgelost.
fol. 2v: in → hy: ‘den 13 lag hy op het peen loof’.
fol. 9r: dokkeren → donkeren: ‘quam daar een donkeren uil uit’.
fol. 22r: en en → en: ‘die op de lelij blaaden sit en eet het loof af’.
De blanco pagina's (1r, 1v, 3v, 4v, 5v, 6v, 7v, 9v, 10v, 11v, 12v, 13v, 15v, 16v, 17v, 18v, 21v, 25v, 26r, 27v, 28v, 29v, 30v, 31v, 32v, 33r, 33v, 34r, 34v, 35r, 35v, 36r, 37r, 37v, 38v, 39v, 40v, 41v, 42v, 43v, 44v, 45v, 46r, 47r, 48r, 49r, 50r, 51r, 52r, 53r, 54r, 55r, 56r, 57r, 58r, 59v, 60v, 61v, 62v, 63v, 64v, 65v, 67v, 68v, 69v, 70v, 71v, 72v, 73v, 74v, 75v, 76v, 77v, 78v, 79v, 80v, 81v, 82v, 83v, 84v, 85v, 86v, 87v, 88v, 89v, 90v, 91v, 92v, 93v, 94v, 95v, 96v, 97v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.