soort van rupsen ses scherpe pootjes onder den hals, agt stompe onder 't midden-lyf, & van de selfde soort nog twee onder de staart. hy was vry wel met ligt swart hair bewassen. Niet wetende wat ik hem soude t' eten geven, soo leide ik hem op vlier-boom bladen, die hy traagjes at, want de wilge-bladen waren my niet by de Hand, om hem die te verschaffen.
III. Den 25 van Oogst-maand spon hy sig met syn hair en quyl in een bruin-koleurig huisjen, gelyk als de beir-rups doet. den 30 was hy verandert in een sterk-bruin popjen; ik liet hem stil leggen, om verder af te wagten wat