wit, met witte doornties, seer aardig om te sien.
II. aan den hals waren dry paar scherpe pootjes, het middel-lyf wierd van vier paar stompe pootjes gedragen, en het agter-lyf mede van een paar stompe.
III. Ik deed hem in een doosjen, hem op aalbesie bladen leggende, om de selve na Amsterdam, myn woon-plaats te voeren, met welke bladen ik hem nog een dag vyf ofte ses op-voede.
IV. den dry en twintigsten van die maand, na dat hy wel dry