| |
Het XVII. Hoofd-Stuk. Van de Pokken, Druypers, Chankers, Spaanse Kragen, Klap-ooren, Cordées en meer andere dit aangaande.
VAn deze zoo gehaate Ziekte schrijvende, zal ik niet ophalen, hoe die eerst in de weereld is gekomen, en of die by ouds bekend is geweest of niet: ik heb hier van genoeg in 't breede geschreven in een Boek genaamd Venus Belegerd en Ontzet, het welk den curieuzen Lezer kan nazien.
| |
| |
Het is zeker, dat eene onzuivere een andere zuivere kan besmetten, het zy door by-een-komst, ofte door besmettinge van Speeksel als andersins. Het eerste leerd de dagelijkse ondervinding: en het tweede geschied meermaals als men weet, want een Vrouw die besmet is, kan uitgaan, om de ontstelde Borsten der Kraam-vrouwen te redden, zoo dat dit fenijnige speeksel, eerst alleen de Tepels besmet, daar na de zuigende Kindertjes, ten derden de Kraam-bewaarsters ofte Dienstboden, die de Kindertjes de Pap geven, en geduurig de Pap proeven of zy te warm is, welk speeksel van de Kinderen in de Dienstbodens mond komende, dikwijls ingeslokt werd: de Vrouwen nu eindelijk haren Man bekennende, werden mede besmet; in 't kort een gantsche Familie kan door zoodanigen Toeval besmet werden: en dat dit waar is, weten wy tot Middelburg in Zeeland geschied te zijn.
De Fransen en veele andere Natien hebben een goede manier, dat zy by yder gast een glas zetten, op dat elk uit de zijne zoude drinken, en geen ander mans quyl inslobberen. Zulks behoorde men mede te doen met Lepel-spijs te eten, want als ’er een besmette aan een Tafel is, kan door zijn bequylde Lepel, een heele kom met spijs bederven, en de gasten vergiftigen: daarom klagen veele ee-
| |
| |
nige tijd daar na, (niet wetende waar zy het ontfangen hebben) van verscheide Toevallen, die men niet kan zeggen, dat zy juist uit een Venus-besmetting herkomstig zijn, want de Patienten zelfs het onbewust zijn: ergo men wijt het op de Scheur-buik, welke beide Ziekten veele Toevallen hebben die malkanderen gelijk zijn. Want de Pokken vertoonen zig juist niet altijd aan de Schamel-deelen, ten waare door by-een-komste; en, dat gaat evenwel niet altijd zeker, want ik heb ’er verscheide gesproken, die geen teikenen aan de heimelijke deelen hadden, evenwel in de Pokken vervielen, na dat zy by vuile Vrouwen hadden gemeen geweest.
Ik heb een Borgermeesters Dogter gekend, welke deze quaal aan haar lip openbaarde, na dat zy van zoo een vuile quyl-baard was gezoend geweest. Al zulke en diergelijke staaltjes zoude men by menigte konnen te berde brengen: maar om geen langen omslag te maken, zullen wy ons beneerstigen, om het fenijn van deze Qualen nauwkeuriger t’ ontdekken.
| |
Van een Druypert, Zaad-loop ofte Gonorrhaea.
WAnneer een vuil Man by een zuivere Vrouw, of een onzuivere Vrouw by een zuiver Man, het zy voor of na het Trouwen,
| |
| |
by malkanderen ingaan, zoo zijn zy beide verhit, zoo dat de Teel-deelen als opzwellen, en alle deze vliezen geweldig uitzetten, zoo dat de Pori, ofte door-togt-gaten als een net opengespannen werden, en by gevolg kan de zuivere merkelijk en gemakkelijk iets van de fenijnige ontfangen, het welk in de Schagt zig inboezemende, ligtelijk ontfangen werd, en allengskens door d’ aderen of water-vaten na de Prostaten ofte Voorstanders-Klieren gevoerd werdende, aldaar een weinig tijds als een gestolde jeu blijft hangen, welke na een dag of twee of drie corrosijf werd, de mondekens van de Prostaten, die zig in de Schagt openen, door etende of verzwerende, maken een zijpering als van Zaad, want het gene den Druipert oft Zaad-loop verwekt, is geen Zaad, maar, het is een stoffe uit deze klieren zijperende, welke na zijn verscheiden aart, ook de Gonorrhaea goedaardig of quaadaardig doet zijn, want somtijds is zy wit, zonder eenige scherpigheid, somtijds geel en groenagtig, en dan is die vuilaardig.
| |
Van de brandige Pis, opgestopte Pis, en de vleesigheden ofte Carunculae.
WAar na door d’ ontstekinge dezer geopende mondekens, dikwijls het water opstopt, of al druppelende, met geen kleine
| |
| |
pijn geloost werd: voornamelijk zoo de Pisbuis ontveld en geknaagt werd. Dan werd de Pis, als brandende, droppel-wijs uitgelost: door deze ontvellinge komen daar vlees-knobbeltjes ofte Carunculae te wasschen, die de Pis nog meerder opstoppen: en deze geven veel werks om te genezen.
| |
Van de Chankers.
WAnneer nu deze scherpe uitzijperende stoffe des nagts als anders wat lange aan 't hoofje der Roede vertoefd, zoo maakt zy ontsteeking, zwelling en hardigheid, welke open-zweerende, de regte Chanker is, welke somwijlen diep inkruipt, en dit Lid dikmaals van dit kittelend hooftje ontbloot. Want het kan, zoo daar geen kender by is om te genezen, gantsch afgegeten werden.
| |
Van de Spaanse Kraag.
DIt is by na het zelfde als de Chanker, maar werd alzoo genaamt, om dat het is een ontsteekinge des voorhuids, welke over het Roeden-hoofd niet konnende stroopen, als dan agterwaards, gelijk als omkruld, en zig als een Ring ofte Kraag vertoond, deze ontsteeking ofte inflammatie, werd veroorzaakt door het scherpe Zaadagtige vogt, dat des
| |
| |
nagts voornamelijk tusschen het hoofdje en de voorhuid blijft staan, welker woeligen, werkelijken en corrosiven aart, niet alleen het hoofdje, maar ook de voorhuid eerst met een dikte door d’ ontsteekinge, en daar na met zweeren.
Even gaat het met het corrosive speeksel van die de Koors gehad hebben, ofte grooten dorst lijden, dat haare lippen eerst met harde puisjes bezet werden, en, daar na verzwerende, met zweertjes en zeeren. Zoo dit nu geschied in luiden, welke geen Pokkig speeksel hebben, zoo kan men ligt begrijpen, hoe het corrosive speeksel eens Pokkigen kan doordringen, waar na tepels, wangen, &c. ongeneeslijke zweeren, &c. (als gezegt is) behaalen. Ik hebb’er menig gezien, voornamelijk van de Vrouwelijke Sexe, dat zy van jonks aan zoodanige zweeren in het aangezigt hadden: zonder twijffel, als om dat zy in haar jonkheid van d’ een of d’ andere Pokkige Hoer &c. zijn gezoend geweest, waar na gelijk als een Dauw-worm, zig vertoonde, die zy eindelijk al haar leven behielden, zonder genezen te werden.
Dit is alleen om indagtig te maken het gene ik vooren hebbe gewaagt, aangaande de gemeenschap des Zaads ofte liever Klier-sap der Voorstanders en het speeksel, zijnde beiden haar gezonde staat doordringelijk, en nog
| |
| |
meerder in een ongezonde staat, als gezegt is: wat een doordringelijkheid heeft niet het Speeksel van dolle Honden, en andere booze en getergde dieren, zelfs van die der menschen, welkers beten, by na ongeneeslijk zijn: wat werden niet al qualen door het opstrijken van sommige verhardheden, als kropzweren &c. genezen: zoo dat ik hier uit besluiten moet, dat het Speeksel en dit Voorstanders Klier-vogt van eenderley aart is, alzoo zy eenderley Toevallen omtrent het corrodeeren voortbrengen.
| |
Van de Bubones ofte Klap-ooren, en verdere verklaringe der Pokken.
DEze werden zo genaamt, om dat zy aan yder zijde der Lassen ofte Liessen zijn, en als ooren Klappen, het ongeluk dat zy begaan hebben. Dewijle nu de Klieren in de Las alle de water-vaten ontfangen die van d’ onderste deelen, en, by gevolg van de Schamelheid komen, zoo gebeurd het mede dat veel van die Pokkige stoffe daar na toe loopt; en, door de Las-klieren niet konnende passeren, daar moet blyven stil staan: dit zoo zijnde, moeten die klieren verstoppen: en van het agter aan vloeijende vogt, dat geen doorgang kan hebben, opzwellende, komt daar een groote dikte, ontsteeking, klopping, zwe-
| |
| |
ring, &c. En dit geschied in een ofte beide de Lassen.
Al is 't nu zaake dat dit vogt voor een groot gedeelte daar blijft staan, zoo kan men egter niet loochenen, dat’er niet veele Lympha zoude voorby passeren, welke in het Bloed komende, alle de Lympha ofte lijmig water besmet, waar door men dan geheelelijk in de Pokken vervalt; en, het zelfde geschied mede van het sap der Voorstanders: alle de Lympha nu besmet zijnde, zoo is het wel te bevroeden dat het Speeksel en Lympha, (zijnde als Man en Vrouw aan malkanderen verknogt) ligtelijk met dit quade fenijn werden aangedaan: en, alzoo het beide generale sappen zijn, die geduurig door het lighaam om en om loopen, zoo kan men ligt besluiten, dat ’er daar veele deeltjes in de kliertjes des huids blijven hangen, dat daar Puisten en Zweren geboren werden: en zoo het in de Been-vliezen blijft staan, zoo knaagd het die, waar uit pijnen door Armen en Beenen, Schouder-bladen, &c. komen.
De Snot nu, (welke uit de holligheden der Hersen-pan, en zig boven d’ oogen vertoonen) in de Neus druipende, kan met dusdanigen fenijn ontsteld werden, hier heeft men pijn in 't Hoofd, als men zegt: maar eigentlijk is deze pijn niet in het Hoofd, (alhoewel ik niet loochen, dat zy daar niet kan wezen) maar tusschen de verdubbeling van de Her-
| |
| |
sen-pan, welke zoo wel als het Been-merg met vliezen voorzien is: welke geknaagd werdende, onlijdelijke pijnen maken, voornamelijk ter plaatze van de Wijn-brauwen, alwaar de voornoemde holligheden, ofte Snot-ontfangers zijn.
| |
Van Caries, ofte Been-vreting, zoo des Hersen-pans, Neus, als van andere Gebeentens.
DE vliezen die tusschen de verdubbeling der Hersen-pan zijn, zullen zonder twijffel mede met het Pan-vlies gemeenschap hebben, welke doorknaagd zijnde, niet alleen een Caries in de Pan maken, maar beledigen ook het Pan-vlies, welke buitenwaars openbrekende, aldaar, niet alleen Venus-pokken of Bulten en daar na Zweer-gaten, die tot op de Pan toe komen, welke somwijlen dan zoodanig doorknaagd werd, dat op meer als een douzijn plaatzen, gelijk ik gezien heb, afschilferd. Dit niet alleen, maar d’ onderste beenige plaats des Hersen-pans kan mede doorknaagd werden, en, alzoo het dikke Hersen-vlies daar sterk aan verknogt is, werd dan mede doorgeten, waar uit onlijdelijke en ongeneeslijke pijnen ontstaan; te meer, zoo het dunne Hersen-vlies en de Hersenen zelfs daar door ontsteld werden.
| |
| |
Deze Snotterigheid nu, als gezegt is, geduirig in de Neus sijperende, bederfd mede alle de Snot-kliertjes, en by gevolg, werden de Neus-beenderkens, en door t’ samenhang en gemeenschap van het verhemelte des monds, het Been van het verhemelte niet vry gelaten, zoo dat die alle met ’er tijd, zoo daar verzuim by komt, moeten uitvallen, en dat niet zonder groote stank. Deze luiden schijnen, om d’ opstoppinge van die Snot, altijd verstopt in 't hoofd en neus te wezen, en 't gaat dan op de naam van verkoudheid: hier door werd de spraak belemmerd, en de Neus vald in.
De Lel en Amandelen in de keel, geven mede een soort van Snotterigheid van zig, welke mede besmet werd, en in die deelen de keel ontsteken, en stinkende Zweer-gaten maken.
De Beenderen van d’ Armen en Schenkelen doorknaagd werdende, werden doorgeten, even als het hout in welke men veeltijds duizenden van Worm-gaten vind, dat onlijdelijke pijnen moet verwekken.
Zoo deze stoffe nu tusschen de Beenderen en Been-vliezen blijft vast zitten, en de Beenderen komt te knagen, werden de Beenderen tot een kalk gebragt, welke stoffe aldaar aangroeyende, allengskens tot Tophi ofte Kalk-builen oprijzen.
Des avonds gevoeld men de pijnen het al-
| |
| |
dermeest. Want tegens den avond wasemen wy zoo sterk niet uit, en by gevolg moet de warmte in het lighaam blijven, om dat d’omringende koude logt het belet, zoo dat dan de woelinge der deelen grooter is, en dat deze woelige deeltjes dan meer gelegenheid hebben, om op de vliezen te knagen. En dit geschied nog veel meerder, wanneer men in 't Bed onder de dekens legt, want dan werd het gantsche lighaam warmer, en die deeltjes veel woeliger.
| |
Van de Zand-kloot, ofte Testiculus Venereus.
EEn Testiculus Venereus, noemd men een Zand-kloot, om zijn grootte en zwaarte, iemand in 't gaan verveelende; Hernia Veneris ofte Venus-Breuk, om dat die zig als een Las-Breuk vertoond, dog voortkomstig uit Venus-Spel. Een ofte beide Ballen vertoonen zig grooter dan na gewoonte, eerst als een Gansen-ey, daar na als een Zwanen-ey of grooter, en dat niet zonder pijn.
Wanneer een Druipert te vroeg werd opgestopt, zoo moet de besmettelijke stoffe in het lighaam blyven, het welk of door water-vaten, ofte bloed-vaten elders vervoerd werd, en vast blijft zitten: het welke van deze Voorstanders na de Ballen diend te loopen; en al-
| |
| |
zoo het zeker is, dat deze Ballen uit een menigte draden ofte zaad-buisjes, die wonderlijk door malkanderen gekrinkeld leggen, gemaakt zijn, moet het ook zijn, dat zy komen te verstoppen: zoo hier nu een verstoppinge is, zoo blijft het verstopte vogt staan, en alzoo het geduirig vloeibaar moet zijn, en snel voortloopen: zoo moeten zy van het van agteren aan vloeijende vogt, voortgeperst en voortgestooten werden: en, dit is dan d’ oorzaak dat de vaatjes moeten uitzetten, (als een blaas met water of logt opgevuld, veel grooter en ruimer is, dan in zijn gewoonlijke stand) en de Bal of Ballen grooter werden: welke grootte na proportie van de grootere ofte kleindere verstoppinge, ook grooter of kleinder, en min of meer pijnlijk is. Het kan dan ligtelijk gebeuren dat deze vaatjes komen te bersten, waar uit een Zweeringe ontstaat, of zoo de stoffe in de vaatjes verstijfd, zoo komt daar een verhardinge, welke men Scirrhus noemt. Laten wy nog eens verder gaan, en treden na de
| |
Chorda, Cordée ofte Schafts-Venus Spanning.
IK hebbe wel eer een Cordée gezien van een Heer, die daar mede gebooren was, maar deze was niet nederwaards gebogen, maar
| |
| |
naar om hoog opgebeurd, en bleeft zoo staan, zoo dat hy niet kon wateren, dan na om hoog toe: welke ik door zeker instrument te regte gebragt heb. Maar dit is niet de gene daar wy van spreken, want wy verhandelen alleen van die Venus-qualen, namelijk die door een scherpe stoffe, als een kramp ofte convulsie gemaakt werd, en gevolgelijk na om laag gebogen werd.
Om dit te begrijpen, moet men weten, (volgens de Figuuren van mijn Anatomie) dat het bovenste en zijdelijke gedeelte des Mannelijkheid, uit twee vliesige ofte blaasagtige lighamen bestaat, (die men gemeenlijk zenuw-agtige noemt) hebbende haar begin ofte wortels van beide zijden des Schaam-beenders, welke ontrent de krop van de Blaas ofte Pis-schagt komende, zig naast malkanderen vervoegen, en alzoo tot het eind der Mannelijkheid komende, het hoofd der Roede maken, en zig met de Pis-schagt vereenigende, ook te gelijk met het vliezige ofte blaas-agtige wezen des Schafts vermengende, een en het zelvige lighaam uit maken: want men moet weten, dat de substantie der Schaft, mede uit een blaasagtig wezen bestaat, konnende, (om een goede harmonie te maken) te gelijk in een behoorlijke vermenging opgeblazen ofte opgespannen werden.
In een ongezonde Venus-staat, geschied
| |
| |
deze uitzetting, opbeuring ofte opspanning juist niet altijd zoo egaal, want de Schagt, daar de de Pis en Zaad-gelijke stoffe &c. doorloopt, werd, om de scherpigheid, somtijds beledigt, ontveld en geknaagt, zoodanig dat die een spanning en als een verlamming krijgt, en zig dan niet kan uitzetten: maar d’ andere twee vliesige ofte blaas-agtige lighamen door het bloed &c. opgespannen zijnde, werden merkelijk langer, maar de Pis-schagt houd zijn eigen grootte: zoo dat die vliezige lighamen dan moeten na om laag ombuigen, en dit is de Cordée. Dit agter latende treden wy tot een der laatste vyanden, welke
| |
Wratten, Condylomata, &c.
genaamt werden. Aan het Mannelijke Roeden-hoofd, en aan de Schaam-deelen voornamelijk van de Vrouwelijke Sexe, en den Aars, komen somtijds eenige Uitwassen als Wratten, Vijg-gezwellen, Moerbezy-gezwellen, &c. welke alle na haar verscheide gedaante, ook verscheide benamingen hebben: hier van zijn sommige aan de deelen vast, andere hangende, hard, week, spongiagtig, weeragtig, &c.
Vast stellende dat een Druipert in de Vrouwen, gemeenlijk verzeld is met het witte goed, moet men ook weten dat die scherper
| |
| |
stoffe heeft, welke knagende is, die de lippen der Schaam-deelen niet alleen door-knagen kan, maar ook den Aars-sleuf, tot aan het Fondament toe. Zoo dan deze geduirig uitzijperende stoffe scherp is, gelijk als het uit d’ effecten blijkt, zoo is die knagende; welke knaging somwijlen een door-eting geeft, welke weder genezen zijnde, zomwijlen onder de huid nog een onzuiverheid laat, welker vezelen verstopt zijnde, zig uitzetten, ofte gelijk vuil vlees uitwassende, aldaar een of meer uitwassen maakt, die na de verscheidentheid, spanning, verstoppinge, &c. verscheide gedaanten vertoonen. Dit hebben de Mans-persoonen zeldender aan den Aars dan de Vrouwen, maar wel aan het hoofd der Roede, dog de geboorte van dien is de zelfde.
Deze Materie nu kortelijk afgehandeld hebbende, dienen wy ons te begeven tot de Genezinge, voor eerst van alle de Toevallen, en ten laatsten van de Pokken zelfs, alzoo de Toevallen vroeger zijn, en als voorgangers der Pokken zelfs: zoo handelen wy dan eerst van de
| |
Genezinge van een Druypert ofte Gonorrhaea:
DEze noemt men tweederley, als een Enkele ofte Verzwakte Zaad-loop, die men in de
| |
| |
Vrouwen Witte Vloed kan noemen: en in een Quade ofte Virulente, uit Venus-spel geboortig. De Enkele heeft zijn oorsprong uit de gerelaxeerde ofte verwijderde pijpjes der Prostaten, ofte Voorstanders-klieren; en in de Vrouwen van gelijke in die pijpjes of buisjes van 't klierige wezen der Scheede. Maar de quaadaardige kend zijn oorsprong uit een onzuivere by-een-komste, als vooren verklaard is. Dog beide werden zy al op een methode genezen.
Wanneer nu iemand een vuilen Druypert gekregen heeft, zoo moet men die zuiveren met afdrijvende dingen, ende te gelijk genezen, of stoppen. Hier zullen dan twee zaken aan te merken zijn, namelijk, dat men niet te sterk zal drijven, en, niet te schielijk zal stoppen. Het al te sterk afdryven veroorzaakt dat den Druipert niet alleenig lange duurd, maar somtijds ongeneeslijk blijft, om dat de pijpjes van de Voorstanders zoo zeer gerelaxeerd ofte verwijderd zijn, dat zy niet behoorlijk wederom konnen toetrekken ofte verengt werden. En, zoo wanneer men te schielijk stopt, eer het fenijn behoorlijk is gezuiverd, zoo vervald men in Klap-ooren, ofte met ’er tijd in de volkomene Pokken.
Het is dan noodig hier in de middelmaat te houden; want ik heb’er zeer veele gehad, en zijn alle volkomen genezen, en, dat nog veeltijds
| |
| |
die gene, welke van andere verbrod waren, maar de Genezinge geschied dan wat langzamer. De Dryvende dingen zijn bestaande uit een Oliagtige Balsem, als daar zijn de
Geest van Terpentijn, |
Olie van Barn-steen, |
Balsamum Sulphuris Terebinthinatum succinatum, |
Copayvae, |
Peruvianum, |
Terebinthina veneta, &c. |
Deze Genezen en Dryven de fenijnige stoffe af, maar om dat dit niet te schielijk zoude toegaan, vermengt men die met Zuur-matigende-Middelen, waar door de scherpigheid getemperd werd, en by gevolg d’ Ulceratie ofte Zweeringe, en deze zijn de
Bolus van Armenien, |
Terra Sigillata, |
Sanguis Draconis, |
Oculi cancri, &c. |
Uit deze en de bovenste maakt men een Compositie, om te gelijk te zuiveren en te genezen; hier van kan men een Conserf maken, als mede Pilletjes en Poeders: Een bequaam Conserf kan men aldus bereiden:
| |
| |
Neemt Bolus van Armenien, |
Kreefts-oogen, elks een once. |
Rhabarber gestooten, een half once. |
Olie van Barn-steen, tien droppels. |
Arcanum nostrum, zes grein. |
Veneetse Terpentijn, zo veel genoeg is. |
Laat het een Conserf werden. |
Of
Neemt Gezegelde Aarde, |
Witte Bolus, van elks een once. |
Sal Prunellae, een half once. |
Balsamum Copayvae, zoo veel genoeg is. |
Mengt het tot een Conserf. |
Een van deze Conserven bekomen hebbende, kan men des ogtens en des avonds een brokjen nuttigen, als de groote is van een Note-moskaat; men kan het rollen in wat gepoederde Suiker, om aan de tanden niet te doen kleven. De Pilletjes nu maakt men aldus.
Neemt Bolus van Armenien, twee oncen. |
Sal Prunellae, |
Oculi cancri, elks een half once. |
Arcanum nostrum, zes grein. |
Veneetse Terpentijn, zoo veel genoeg is. |
Maakt hier Pilletjes van de grootte van een erwt, waar van men des ogtens zes en des avonds zes van inneemt.
| |
| |
Of
Neemt Mastix, |
Arcanum nostrum, zes grein. |
Gezegelde Aarde, elks een once. |
Campher, een half drachme. |
Sal Prunellae, twee drachmen. |
Balsem Copayvae, een drachme. |
Veneetse Terpentijn, zoo veel genoeg is. |
Maakt hier Pilletjes van, en gebruikt die als vooren.
Sommige laten de Tinctuur van de Spaanse Vliegen, (elders in mijn Boek van Venus Belegerd en Ontset, en agter mijn Chirurgie) gebruiken, maar alzoo dit veel gevaar na zig sleept, is het best (voornamelijk voor d’ onbedrevene Konst-genooten) die niet te gebruiken, te meer alzoo men van andere min gevaarlijke dingen genoeg voorzien is.
Het Water, daar Quercetanus zoo van roemd, heb ik noit van zoo een waardigheid bevonden als dien Heer ons gelieft wijs te maken: want behalven de Terpentijn en de Kruis-munt, is de rest van weinig nuts.
Wanneer men nu geen Pillen ofte Conserven kan gebruiken, en men liever iets drinkbaars begeert te hebben, zoo gebruikt het volgende
Neemt Veneetse Terpentijn, een drachme. |
Balsamum Copayvae, drie of vier droppels. |
| |
| |
Een of twee Doiren van Eyeren. |
Zoete Melk, zoo veel genoeg is. |
Laat dit een Drankjen werden. Dit kan men alle dagen eens innemen, het zy des ogtens, middags ofte des avonds.
By een Druipert vergezelschapt wel een snijding in het Water-maken, met een brandigheid: deze laat ik Amandelen, Pingelen, of Pistasjes met Vijgen of Razijnen eten en veel zoete Melk drinken. Ook laat ik haar wel een Ptizane van Gerst gebruiken, of een kooksel van Salsa Parilla en China: ook veel Thée en Coffée, hier door werd de scherpe Pis bematigd, zoo dat dezelve in de Schagt zoo zeer niet bijt: item geef ik de volgende Poeders in: als
Neemt Kreeft-oogen, een half once. |
Sal Prunellae, twee drachmen. |
Deild dit in agt Poeders. |
Laat des ogtens en des avonds hier een van gebruiken met zoete Melk.
Terwijl men nu dit alles in ʼt werk steld, is het niet ondienstig somwijlen te Purgeren, waar van verscheide staaltjes volgen, als
Neemt Extractum Catholicum, een scruipel. |
Zoete Quik, tien grein. |
Maakt hier zes Pilletjes van. |
Of
Neemt De Bloem van Pijp-cassie, een half once. |
| |
| |
Scammoni, |
Zoete Quik, elks een half scruipel, |
Ons Arcanum, een grein, |
Laat dit een Bolus werden. |
Of
Neemt Poeder van Rhabarber, een drachme. |
Harst van Jàlappe, vier grein. |
Ons Arcanum, twee grein. |
Laat dit een Poeder werden. |
Voorts mag men eten, ʼt geen de Borgerlijke tafel mede brengt, spenende zig alleen, van zoute, zuure, gepeperde Spijzen, Wijnen, sterke Bieren, Brandewijn, Lavas, Jenever, Anijs, Tabak, &c. want deze maken de Pis te scherp, en beletten de genezing.
| |
De Genezing van een Chanker.
WAnneer het uitsijperende vogt van een Druipert te scherp is, en op het hoofd der Roede blijft zitten, zoo knaagd het de tengere huid des Roeden-hoofds, waar na ontstekinge en ulceratien volgen, als vooren verklaard is. Zoo daar nu ontsteking is, moet men het hoofd der Roede een geruimen tijd in warme zoete Melk, Thée- of Coffée-water laten hangen: en des nagts daar een Pap om leggen, of om te doen verdwijnen of tot opening te brengen: als
| |
| |
Neemt Kermille-bloemen |
Kaasjes-bladen, van elks een hand vol. |
Vijgen, tien. |
Alles klein gesneden zijnde, kookt het in zoete Melk tot een Pap, daar by doende twee oncen Meel van Heemst-wortel. Laat ʼer dit des nagt om blijven. By dage kan men het dikwijls strijken met het volgende: als
Neemt Lood-wit, een half once. |
Witte precipitaat, tien grein. |
Brandewijn, zoo veel genoeg is. |
Laat dit een Zalfje werden. |
Voorts kan men daar de Kikvorsch-pleister, met vierdubbelde Quik gemengd, daar over leggen.
Zoo daar nu reeds een Ulceratie is, moet men die wasschen met het volgende: als
Neemt Witte Vitriool, een drachme. |
Gemeen water, vijf oncen. |
Laat het te zamen smelten. |
Dit zuiverd; na het wasschen, bestrooid men het met wat drooge Lood-wit ofte Bolus van Armenien: waar over men de voorschreven Kikvorsch-pleister kan leggen.
Onderwijlen moet men niet alleen een goede Levens-regel houden, maar men moet om alle quaadaardigheid voor te komen, iets
| |
| |
innerlijks gebruiken, waar toe een goede Decoctium dienstig is: met een weinig van mijn Arcanum Antivenereum, het zy vogtig druppels-gewijs, ofte in Poeder.
| |
De Genezing van een Spaanse Kraag, Chankers ofte Kankers des Voor-huids genaamt.
DIt is anders niet, dan een ontsteking des Voorhuids, welke als een Lobbe omkruld, en daarom een Spaanse Kraag genaamd. De Genezinge nu bestaat uiterlijk, dat men Medicamenten applicere, welke de scherpigheden temperen, die de verstoppinge, welke dʼ ontstekinge veroorzaakt, weg neeme: hier toe dan zijn dienstig eensdeels Alcalische Middelen, anderdeels eenige Oliagtige fijne: de Alcalische zijn aard-agtige: als de
Bolus Armena, |
Lithargyrium, |
Cerussa, |
Minium, |
Tatia, |
Plumbus Ustum, |
Creta, |
Terra Alba, daar men Tabaks-pijpen van maakt, &c. |
| |
| |
De Vlugge moeten zijn de
Caphura, |
Spiritus vini, |
Vinum Gallicum, |
Mercurialia, &c. |
Hier van mag men een Zalfjen maken: als
Recipe. Ceruss. unc. unam. |
Minii, dr. duas. |
Caphor. dr. sem. |
Sp. Vini. q. s. |
Misce. |
Of
Recipe. Boli Armenae |
Lithargyrii ana unc. sem. |
Vini Albi Gallici q. s. |
Misce. |
Of
Recipe. Cretae Albae, unc. unam. |
Boli Alb. unc. sem. |
Sp. Vini, q. s. |
Misce. |
Men kan daar ook Lavementen van maken: als
Recipe. Aq. Plantag. |
Vini Gallici, aa, unc. quatuor. |
Ceruss. unc. unam. |
Caphor. dr. sem. |
Misce. |
| |
| |
Of
Recipe. Minii, |
Lithargyrii, aa. unc. sem. |
Vini, unc. x. |
Misce. |
Met de Zalfjes mag men de Voorhuid bestrijken, dagelijks twee of drie reizen: en zoo men genegen is Lavamenten te gebruiken, mag men dezelvige warm maken en dʼ ontstookene Voorhuid daar in een tijd lang wasschen, en daar in houden.
Het gebeurd nu wel, dat deze ontstekinge zoo groot is, dat zy niet kan verdreven werden, en dat door de scherp-knagende deeltjes, de Voorhuid open gebeten werd, waar uit Zweer-gaten komen, zoo diend men zuiverende Middelen te gebruiken, welke met eenen ook doordringende zijn, om dʼ overige verstoptheid te benemen: men wast de Zweringe ofte Ulceratie dan met ʼt volgende Lavament.
Recipe. Sublimati, gr. quatuor. |
Ung. Aegyptiaci, unc. sem. |
Vini Generosi, unc. octo. |
Misce. |
Of
Recipe. Virid. Aeris, gr. quatuor. |
Aluminis, dr. j. |
Vini Albi, unc. v. |
Misce. |
| |
| |
Of
Recipe. Vitrioli Albi gr. vj. |
Caphor. gr. iv. |
Vini Gall. unc. iv. |
Misce. |
Wanneer de Ulceratie genoeg gezuiverd is, zoo moet men Heel-Middelen gebruiken, als de witte Ceruis-Zalf met Campher gemaakt, of men kan eenige Compositien maken: als
Recipe. Cerussae, dr. duas. |
Boli Arm. unc. sem. |
Sp. vini, q. s. |
Laat dit een Zalfjen werden. |
Zoo dit komt uit te droogen en hard te werden, zoo mengt het wederom met wat Brandewijn:
Of
Recipe. Thuris, dr. j. |
Caphor. gr. vj. |
Minii, unc. sem. |
Aq. calcis, q. s. |
Misce. |
Hier mede moet men strijken, tot zoo lange het genezen is: onderwijlen mag daar het Emplastrum de Ranis cum Mercurio over leggen: of die vermengen met het Emplastrum Gryseum:
| |
| |
Wat nu innerlijke Middelen aangaan; deze bestaan, voor eerst, met een goed Decoctum te drinken, in de plaats van anderen drank: en om verdere inbreuk der Pokken te verhoeden, moet men dagelijks mijn Arcanum gebruiken, het zy droppels-gewijs, het zy in Poeder.
| |
Genezinge der Klap-ooren ofte Bubones.
DE Klap-ooren, van sommige Venus-breuk gezegt, zijn gezwellen in de Klieren van een ofte beide Lassen, als vooren getoond is: in ʼt begin moet men die door behoorlijke Middelen tragten te doen verdwijnen: hier toe zijn de Mercuriale Plaasters niet van de minste, als daar is het Emplastrum de Zanis cum quadruplo Mercurio. De Mercurius, weet een yder, is zeer doordringend, zoo dat die ligtelijk tot de verstopte pijpjes dezer Klieren toegang kan hebben: deze Quik werd verzadigt van de zuure, scherpe en knagende deeltjes: en alzoo de Quik uitnemend vlug en vloeibaar is, zoo vermengt die zig ligtelijk met de voorby vlietende sappen, waar door de verstoppinge allengskens verminderd, en het Gezwel verdwijnt.
Men kan daar anders Pappen op maken.
Als
Neemt Phellandrium, een hand vol. |
| |
| |
Kermille-bloemen, anderhalve hand vol. |
Kookt dit in Rotterdammer Bier, tot de dikte van een dunne pap: klein gevreven zijnde, doet daar by
Bruinen Honing, twee oncen. |
Melote plaister, een once. |
Saffraan, twee scruipels. |
Tarwen-meel, zoo veel genoeg is. |
Laat dit een Pap werden. |
Deze slaat men daar warm om, dezelvige dikmaals ververschende: maar alzoo men dit over dag niet wel kan appliceren, en gemakkelijker des nagts, dan by dage te gebruiken is; zoo mag des daags liever het Empl. de Ranis voornoemt, met half zoo veel Empl. de Melioto gemengt, daar op leggen. Men kan ook een Pap maken van Duive-mest, gebrade Ajuin, gebrade Rapen en Honing, met een weinig Mostaard. Ook kan men onder het Emplastrum de Ranis de ontdane Gom Galbanum mengen. Voorts om de Pappen, die ligt koud werden, warm te houden, is het best daar een zakjen met warm Zand over te leggen, op dat de deeltjes der Pappen altijd werkelijk mogten blyven, en te beter doordringen: men mag daarom onder de Pappen wel wat gekamferde Brandewijn vermengen.
Maar terwijle dit geschied, diend men mede wel een Preservatijf; want als deze verstop-
| |
| |
te Klieren haar verstoppende deeltjes quyt geraken, zoo komen zy in het bloed en andere sappen, en zouden allengskens gelegendheid konnen geven, om in de Pokken te vervallen: zoo agt ik het best om de week eens te Purgeeren met eenige Mercuriale, als by voorbeeld:
Neemt Extractum Catholicum, een scruipel. |
Soete opgeve Quik, tien grein. |
Maakt hier zes Pilletjes van. |
Of
Neemt Aloë, |
Scommoni, elks tien grein. |
Van ons drooge Arcanum, twee grein. |
Maakt hier vijf Pilletjes af. |
Onderwijlen kan men mijn droog of vogtig Arcanum dagelijks gebruiken: als mede een goed Decoctum van Salsa parilla, China, Sassafras, &c.
Zoo het nu komt te gebeuren dat het Gezwel veretteren wil, en niet wel door de huid kan doorbreken, zoo werd het van den Heelmeester voorzigtiglijk doorgevliemd; of zoo iemand het snijden schroomd, zoo moet men daar een Corrosijf op leggen. Door deze twee Middelen werd de Etter aanstonds uittogt verleend: in plaats nu van deze beide, kan men een Pap daar op leggen, om de stoffe te
| |
| |
rasser door de huid te konnen uitloozen, het welke veeltijds binnen korten tijd kan verrigt werden:
Als
Neemt Zuurdeeg van Rogge, twee oncen. |
Zwarte Zeep, |
Mostert, elks een once. |
Tafel-zout, een half once. |
Brandewijn, zoo veel genoeg is. |
Laat dit een Pap werden. |
Deze legt men daar warm op: tot dat het doorgebroken is.
De Etter nu uitgetoogen zijnde, staat ʼer niet anders gedaan te werden, dan te zuiveren met den Unguentum Basilicum, en dan te heelen: op dezelfde manier, als men met alle Ulceratien te werk gaat, waar van men mijn Chirurgie kan nazien.
| |
De Genezinge van een Caries, ofte Been-vreting des Hersen-Pans, Neus, en andere Beenderen.
ALle de Beenderen des lighaams konnen doorknaagt en doorgeten werden, wanneer de vogten die door de vliezen loopen, komen te stollen, te vergooren, en te knagen, waar door geen kleine pijnen ontrent het Hoofd-scheel, Schouders, Armen, Bee-
| |
| |
nen, &c. veroorzaakt werden. Zoo het Been bloot is, zoo strooid men daar Middelen op, welke de scherpigheid temperen, als daar zijn de Poederen van
Aristolochia, |
Iris van Florencen, |
Pokhout, |
Myrrhe, |
Mastix, |
Wierook, |
Euphorbium, |
Tutia, |
Kalamint-steen, |
Osteocolla, &c. |
Na dat men het Brandewijn, en Roozen-honing, ofte Unguentum Aegyptiacum gezuiverd en gewassen heeft, strooid men eenige der voornoemde Poederen daar over, zoo lange tot men verneemt, dat ʼer scheidingen van de Caries komen af te schilferen: na het opstrooijen dezer Poederen, legt men daar een Wiek met eenig Digestijf over, die men met eenig klevend Pleister toesluit.
Zoo deze afschilferinge nu niet geschied, en het Been bloot is; moet men het Been, tot op het gezonde toe, met bequame instrumenten afschrabben; of te diep zijnde, moet het gecauterizeerd werden: ook mag men de
| |
| |
Hersen-pan wel trepaneeren en doorbooren, zoo de Caries tot op de Meninx ofte dikke Hersen-vlies is, welke doorbooringe mede in andere Beenderen plaats kan grijpen.
Wanneer de Caries nog niet bloot is, en men vermoeden heeft, dat die onder de huid is, mag men de plaats met snijden, branden ofte corrosiven openen: en gaan voort, als boven.
Zoo de Caries door alle de gebeenten is, gelijk ik gezien heb, is ʼt best niet te doen, want deze luiden zijn gantsch bedorven.
Maar onderwijlen moet men niet nalaten goede Decoctien dagelijks te gebruiken, tot verbeteringe van het Bloed: en, al wierde onderwijlen de Salivatie in ʼt werk gesteld, zal niet als des te beter zijn; want daar is niet beter dan de Quik, om alle taaije, scherpe en knagende vogten weg te nemen: maar zoo het quaad niet al te groot is, behoefd men alleenig een goed Decoctum, en mijn Arcanum, het zy vogtig ofte droog, dagelijks te gebruiken.
Een Caries in de beenderen der Neuze komende, vallen de beentjes in het midden-schot, allengskens, niet zonder groote stank, ter Neus-gaten uit, waar door de Neus invalt en plat werd: by deze Zweringen kan men niet wel komen, dan door spuitingen met Aluin-water, het Aqua Viridis Hartmanni,
| |
| |
Aqua divina Fernellii, &c. deze kan men vermengen en temperen met Brandewijn, Franse Wijn, Mel Rosarum, Mel Chelidonie, &c. dit werd dagelijks twee of drie reizen ingespuit, om allengskens te zuiveren. Onderwijlen kan men de Neus-gaten opvullen met pluksel in Mel Rosarum en het Unguentum Aegyptiacum vogtig gemaakt.
Gelijk de Neus-beenderkens besmet konnen werden, alzoo mede de beenderkens van het Verhemelte des monds, en deze beide gaan dikwijls te samen, alzoo die met malkanderen verknogt zijn. Hier toe gebruikt men bequame Mond-spoelzels: als
Neemt Unguentum Aegyptiacum, een once. |
Sterke Decoctie van Pok-hout, twee pinten. |
Brandewijn, een half pint. |
Mengd dit onder een. |
Laat hier veele reizen des daags, als ook des nagts de mond mede spoelen.
Zoo het nu gebeurd, dat de beenders des Verhemelte leuteren en uit komen te vallen, moet men mede met zoo een spoeling zuiveren, en genezen zijnde, kan men de opening met een Spons vullen, die met een Zilver of Goud plaatjen bedekkende.
| |
| |
| |
De Genezinge van een Sand-kloot Testiculus Venereus.
WAnneer een of beide de Ballen gezwollen zijn, is ʼt noodig Middelen aan te wenden, om de stoffe die in de Bal-vaatjes is in gepropt te verdunnen, en vloeibaar te maken; ʼt welk verrigt zijnde, zal de Bal of Ballen haar gezonde stand verkrijgen: dit verrigt men nu met uiterlijke, en innerlijke Middelen: de uiterlijke zijn doordringend en werkelijk, als daar zijn de
Phellandrium, |
Scordium, |
Wijnruit, |
Alsem, |
Tabak, |
Tuin-kers, |
Schape-mist, |
Duive-mist, |
Koe-mist, |
Paarde-mist, |
Wijnmoer, |
Gist van Bier, |
Rogge-meel, |
Honing, |
Brandewijn, &c. |
Hier van kan men bequame Pappen maken; als by voorbeeld:
| |
| |
Neemt Wijnruit |
Phellandrium |
Scordium, elks een hand vol. |
Klein gesneden zijnde, kookt het in water, doet ten lesten daar by
Honing, twee oncen. |
Duive-mist, een hand vol. |
Brandewijn, twee oncen. |
Rogge-meel, zoo veel genoeg is. |
Laat dit een Pap werden. |
Deze Pap slaat men daar warm om; maar alzoo het een ieder niet gelegen komt, des daags een Pap daar om te houden; zoo kan men daar het Emplastrum de Ranis cum Mercurio daar over leggen, en des nagts de Pap alleen: maar by aldien het iemand wagten kan, is ʼt beter de Pap dag en nagt daar om te houden, dezelvige dikmaals ververschende: op dezelvige wijze mag men de volgende gebruiken: als
Neemt Alsem |
Laurier-beziën, |
Komijn-zaad, elks een hand vol. |
Klein gesneden en gestooten zijnde, kookt het in Jopen-bier, ofte eenig ander sterk Bier: doet daar by
| |
| |
Schaaps-keutels, elks twee oncen. |
Rogge-Meel, zoo veel genoeg is. |
Laat dit een Pap werden. |
Aangaande dʼ innerlijke Middelen, zoo moet men een goed Decoctum vast stellen; als mede een Purgatie van Extractum Catholicum met Mercurius dulcis: en by aldien mijn Arcanum zoo droog als vogtig dagelijks gebruikt werd, is niet als te beter.
Zoo men nu de Zwelling dezer Ballen niet en kan herstellen; moet men die pogen tot verettering te brengen: slaande daar Pappen om welke doen rijpen: als
Neemt Kaasjes-bladen, |
Heemst-bladen, elks twee handen vol. |
Koeye-mist, drie oncen. |
Kookt dit in goed Bier, daar by mengende
Honing, twee oncen. |
Meel van Heemst-wortel, zoo veel genoeg is. |
Maakt hier een Pap van.
Zoo men over dag de Pap daar niet om kan hebben, zoo gebruikt men die des nagts alleen: slaande daar een Pleister om van
Emplastrum de Meliloto, of |
de Cumino, of |
| |
| |
de Labdano, of |
de Baccis Lauri. |
Zoo daar eenige verharding is, ofte scirrheurheid, moet men die poogen te scheiden: en, zoo de Bal ofte Ballen gantschelijk scirrheus zijn, is ʼt best die af te snijden.
| |
Genezing van de Cordée.
DEze Quaal is vergezelschapt met een Druppert, daarom als de Gonorrhaea wel gehandeld werd, zal deze Schagts krom-omtrekking mede van zelver ophouden. Ten is egter niet vreemd in de Schagt te spuiten met zoete Melk:
Of
Neemt Weeg-bree-water, vijf oncen, |
Witte Vitriolum, zes grein. |
Ceruis, een half once. |
Mengt het tot een Spuitsel. |
Dit warm gemaakt zijnde, zoo spuit men eenige reizen op den dag daar mede, om alle scherpigheid te temperen, (die oorzaak dezer spanning is) en, om de ontvellinge te verhoeden. Onderwijlen is het noodig de gantsche Schagt eenige reizen daags in warme zoete Melk, ofte warm Thée-water te laten hangen; want de warmte doordringende , doet de spanning verminderen.
| |
| |
| |
Genezing van een Caruncula, ofte Vleesige verhevendheden in de Schagt.
DE plaats daar de Zaad-buisjes en die van de Voorstanders te zamen komen, werd genoemt na de gelijkenis, het Hennen-hoofd: dit ontsteken zijnde, weigerd het uitloopen der Pis, waar door die geheel opstoppen moet, of werd met moeyelijkheid droppel-wijs gewaterd. Dit poogen zommige met weg-etende dingen te genezen, maar zulks is, mijns oordeels ongeraden, alzoo men hier moet te werk gaan als in een ordinare ontsteking, en die dan zoodanig aanwenden, als ʼt gestel van zodanigen Lid vereist. Hier toe moet men dan inspuitingen gebruiken, van Middelen, die men in een ontstekinge voorschrijft: als
Neemt Caeruis, een drachme. |
Rooze-water, en |
Brande-wijn, elks een once. |
Mengd het onder een. |
Spuit hier mede dikwijls, warm gemaakt zijnde, op een dag. By daag mag men daar het Emplastrum de Mucilaginibus, of de Meliloto omleggen, met een weinig de Ranis cum Mercurio: maar des nagts dient men daar een Pap om te slaan, van Vijgen, Meliloten en Kermille-Bloemen gekookt: zoo deze ontstekinge
| |
| |
nu quam te veretteren, mag men by het vorige spuitsel wel wat Honing van Rozen mengen, om te zuiveren.
Zoo nu door het ontvellen der schagt van binnen eenige Uitwassen quamen, zoo mag men tot de Uitwasch toe een pijpjen steken van Yvoor gedraaid, dit kan men op vullen met eenig Corrosijf Poeder ofte Zalf: wanneer nu dit gevulde pijpjen tot aan den Uitwasch is, zoo steekt men met een Stylet in dit pijpjen, op dat de stoffe, die daar in verborgen is, tot aan den Uitwasch gedouwt werde; waar door die dan allengskens kan afgegeten werden. De Poeder hier toe bequaam; maakt men aldus:
Neemt Spaans-groen, ses grein. |
Aluin, dertig grein. |
Poeder van Seven-boom, tien grein. |
Laat het een Poeder werden. |
In plaats van Poeder, kan men de Apostel-zalf, of de Basilicum, met wat roode Praecipitaat gemengt, gebruiken.
Deze pijpjes kan men maken van Lood, Tin, Zilver, Goud, Palm-hout, Yvoor &c. Ook maakt men die van stevige Sparadrapen: het zy dan wat stoffe het zy, is even-eens, als zy daar maar konnen ingehouden werden, en men die kan uittrekken, als men wateren zal. Om die te gladder in te steken,
| |
| |
smeert men die met olie ofte Kaars-smeer.
De Carancula nu weg zijnde, kan men de rauwigheid consolideren, met bequame spuitzels: als
Neemt Weeg-bree-water, vier oncen. |
Bolus, een drachme. |
Ceruis, twee drachmen. |
Rosen-honing, een once. |
Mengt dit onder malkanderen. |
Hier mede zullen de openingen toegaan, en de pis zal zijn vrijen door-togt vinden.
| |
Van de genezing der Condylomata, ofte wratten aan de Schaam-deelen, en aan den Aars.
ZOo het gebeurt dat deze Wratten een hals hebben, kan men die met een zijde Draad, Snaar, Paarde-hair, &c. afbinden, zo men dezelvige dagelijks meerder en meerder toe haalt, zodanig, dat zy geen voedzel meer konnen krijgen: dan zo versterven zy, en vallen af: d’opening nu geneest men op de gemeene wijze.
Zoo zy nu niet konnen afgebonden werden bestrijkt men de zelvige, met bijtende Middelen, als met Oleum Antimonii, Oleum Sulphuris, Butyrum Antimonii, Oleum Vitrioli, Spiritus Nitri, Aqua Fortis, &c. Hier door komen zy ligt te
| |
| |
versterven; d’ opening moet men dan zuiveren, en heelen, volgens de gemeene manier.
| |
Van de genezing der Pokken, ofte Venus-smet, die door het gantsche lighaam is.
WAnneer deze quaal de Mensch niet te zeer overheert heeft, is hy gemakkelijk gaande en staande te genezen, het welk ik aan veele aanzienlijke Heeren in het Leger, als ook verscheide Personagien in Duitsland en elders, die ik noit gezien heb, heb doen blijken: die my alleenig met brieven hebben bejegent, en ten hoogsten bedankt, met byvoeging van groote geschenken. Deze genezing bestond alleen in het gebruik van Zalza Parilla en China, nemende van elks een Thée-kopjen vol, het welk men in een Vyzel met een weinigje waters stoot als een Pap by na, dit kan men dan trekken, in een Thée-pot met een weinig gekneust Soet-hout, en drinken het des ogtens warm uit Porceleine kopjes: wil men daar nu wat Coffée by doen, zoo smaakt het als Coffée. Wil men nu de Sassafras mede zoo trekken, dat kan gevoeglijk geschieden. Dit is een wijze die in het Leger en te Scheep zeer gemakkelijk is, en men dagelijks versch kan hebben: want de Decoctien; voornamelijk des Zomers, ligtelijk vergooren, en bezwaarlijk in de Legers, met zig om te voeren. On-
| |
| |
derwijlen mag men wel eens Purgeren met Extractum Catholicum, en wat Mercurius Dulcis: ook is het Zweeten somwijlen niet ondienstig.
Dit is niet alleenig om het Bloed en Sappen te bereiden, om de Slijm en Zuur te verminderen; maar, het voornaamste is, dagelijks van mijn Arcanum, het zy droppels-gewijs, het zy in Poeder, te gebruiken; waar van hier agter zijn Kragt, Gebruik en tijd zal vermaand werden. Met dit Medicament, zeg ik, heb ik ’er menigte van dit Venus-euvel, gaande en staande, geholpen.
Maar by aldien deze Quaal wat verder is ingeslopen, zal zulks door dit mijn Arcanum niet gelukken: maar dan diend men somwijlen te Purgeeren, met Extractum Catholicum, Aloë, Gutta Gamba, Scammoneum, &c. doende daar eenige Mercuriale dingen by. Ook moet het dikwijls Zweeten niet vergeten werden: en de Lijder moet geduurig niet anders drinken, dan een goede Decoctie, blijvende geduurig in huis in een warme kamer, ofte daar een Kagchel staat, welke het Vertrek egaalelijk verwarmd.
Dit is nu nog het minste, maar de Salivatie moet in 't werk gesteld werden: dit doe ik nooit door de strijkade, als veele gewoon zijn te doen, maar door het ingeven van bequame Mercuriale Middelen: ik zeg door ingeven, om dat ik dan staat kan maken: want de strijkade is onzeker, om dat de huid van
| |
| |
den eenen mensch zagter en van een losser weefzel is, als die van een ander; zoo dat de eene veel rasser de Quik zoude in het lighaam krijgen, als den anderen: en alzoo deze strijkade, gemeenlijk door onbedreve Jongens geschied, zoo is die gevaarlijker. Ik voor my, wil niemand doen saliveren, ten zy zulks van my zelver bereid zy, en in mijn bywezen werd ingenomen.
Dit Quylen nu geduurd drie, vier, vijf of zes weken onbepaald, alzoo den eenen meer besmet is dan den anderen: ook gaa ik, uit voorzigtigheid, langzaam daar mede voort.
Genezen zijnde, moeten zy nog eens en andermaals Purgeeren: en dan dagelijks, al gaande en staande mijn Arcanum gebruiken.
Die den uitleg dezer Ziekte wat nader gelieve te weten, leeze mijn Boek genaamd Venus Belegerd en Ontzet, ofte mijn Chirurgie, in welke den Lezer verscheide Exempelen zal vinden.
|
|