Een nette verhandeling van de leger-ziekten, als mede van de scheeps-ziekten
(1703)–Steven Blankaart– AuteursrechtvrijSteven Blankaart, Een nette verhandeling van de leger-ziekten, als mede van de scheeps-ziekten. Jan ten Hoorn, Amsterdam 1703
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BIB.ACC.006351
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Een nette verhandeling van de leger-ziekten, als mede van de scheeps-ziekten van Steven Blankaart uit 1703. Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
p. 15: Limoemoenen → Limoenen: ‘de Limoenen, Citroenen, Orangien’.
p. 19: Hoofd-ntuk → Hoofd-Stuk: ‘Het III. Hoofd-Stuk. Van de Blauwe, Groene, en Geele Vlekken’.
p. 28: gesneust → gekneust: ‘door ontwrigting der wervel-beenen gekneust of geperst
p. 64: kap-vliezen → klap-vliezen: ‘de water-vaten, zoo veele daar in het lighaam zijn, menigte van klap-vliezen hebben’.
p. 90: Wannneer → Wanneer: ‘Wanneer nu een derde van de gijl bederft’.
p. 100: goed goed → goed: ‘een goed glaasje gebruiken’.
p. 153: want → wat: ‘de Genezinge geschied dan wat langzamer’.
p. 159: wel → welke: ‘de verstoppinge, welke dʼ ontstekinge veroorzaakt’.
p. 187: verteeerd → verteerd: ‘verteerd alle slijm, zuur’.
p. 189: XVI. → XVII.: ‘XVIII. PULRIS TEMPERANS’.
p. 193: reiningen → reinigen: ‘de Darmen nog zagjes reinigen’.
p. 198: lighaamis lighaam is: → ‘Venus-smet die door ʼt gantsche lighaam is’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (1v) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. 1r]
Een nette Verhandeling van de Leger-Ziekten, als mede van de Scheeps-Ziekten.Behelzende een kort vertoog van alle Ziekten, welke, zoo in de Legers, als lange Scheeps-vaarten voorvallen: waar in haare Oorzaken en Genezingen bondig vertoond werden.
Item met een
Lijst van Onbederfelijke Medicamenten, waar van men zig te Water, te Lande, en
te Platten Lande af kan bedienen.
Door
S. BLANKAARD, M.D.
Tot AMSTERDAM.
[vignet]
t’AMSTERDAM,
By JAN TEN HOORN, Boekverkooper over 't Oude Heere Logement, 1703.
[pagina 196]
Register der Hoofd-Stukken dezes Werks.I. VAn de generale Oorzaken, der Leger- en Scheep-Ziekten. | 1 |
II. Van de Scheur-buik. | 7 |
III. Van de Blauwe, Groene en Geele Vlekken, die zig somtijds hier en daar op de Huid vertoonen. | 19 |
IV. Van de Scheurbuikige stinkenden Adem. | 21 |
V. Van de Loomigheid aan Handen en Voeten. | 24 |
VI. Van de Lammigheid der Leden. | 27 |
VII. Van de Buik-loop, Roo-loop, &c. | 32 |
VIII. Van Kolijk en Buik-pijnen op Schepen en in de Legers ontstaande. | 42 |
IX. Van de Wormen. | 46 |
X. Van de Geel-zugt ofte Geluwe. | 58 |
XI. Van de Water-zugt des Buiks. | 63 |
XII. Van het Lijf-water of Anasarca. | 75 |
XIII. Van de Teering. | 79 |
[pagina 197]
XIV. Van de gaande en komende Koorsen: welke alle daag, om den anderen dag, of om den derden dag komen. | 87 |
XV. Van de Brandende Koorsen, Bluts, Peper-koorn, en der zelver Toevallen: als Hoofd-pijn, 105. Ydel-hoofdigheid en Razende-koors, 106. Vergetelheid, 107. Trekkingen of Convulsien, 108. Braken, 109. Hik ofte Nokken, 110. Dorst, 110. Onlust en Afkeer van 't Eten, 111. Hard-lijvigheid, 112. Sprouw, 112. Bruine, 113. Benauwtheid voor 't Hart, 114. Geduurige Buik-loop, ofte Roo-loop met een geduurige Buik-loop. | 115 |
XVI. Van de Pest en Pestige Koorsen, | 123. |
Pest-builen en Pestige Klieren, | 134. |
Pest-kolen, of Negen-oogen. | 136 |
XVII. Van de Pokken, Druipers, Chankers, Spaanse Kragen, Klap-ooren, Cordées, &c. 137. Druipert, Zaad-loop ofte Gonorrhaea, 139, 151. Brandige Pis, opgestopte Pis, Vleesigheden ofte Carunculae, 141, 174. Chankers, 141, 157, |
[pagina 198]
159. Spaanse Kraag, 141, 159. Bubones ofte Klap-ooren, 163. En verdere verklaring der Pokken, | 143. |
Caries, of Been-vreeting, zoo des Hersen-pans, Neus, als van andere Gebeentens, 145, 166. Zandkloot, ofte Testiculus Venereus, 147, 170. Chorda, Cordée ofte Schafts Venus-spanning, 148, 173. Wratten Condylomata, &c. 150, 176. Van de Genesing der Pokken ofte Venus-smet die door ʼt gantsche lighaam is. 177 | |
XVIII. Van de Krawagie, Schurft, en Ruidigheid. | 179 |