CCCCLXXVI Hoofd-stuk. Tormentilla, Heptaphyllum, Seven-blad, Tormentille.
HEt heeft veel dunne, tengere, ter aarden gemeenlyk neder gebogene struikjes: de blaadjes zyn kleender dan van de Pentaphyllum, staande gemeenlyk vyf ofte zeven sters-gewyse rontom de struikjes en takjes, waar van 'er ook twee altyd wel wat kleender, ofte korter zyn, anders rontom wat geschaart. De geele vier-bladige bloemtjes komen op de topjes en tusschen de blaadjes op haar eigen steeltjen, rustende op een vier-bladig groen ondersteunseltjen. De wortel is knobbelig, kort, met veselen bewassen, van buiten swart, en van binnen rood.
Het wast in de bosschen, gras-landen, en duin-valeijen, het behoud syn wortel des Winters in 't leven: het bloeid de meeste Somer door.
De wortel bestaat uit veele wringende en aardagtige deeltjes. Het is dienstig om alle buik-loop en te grooten vrouwe-vloed te stoppen; het braken op te doen houden: het bloedige tand-vlees te suiveren, enz. Uiterlyk stopt het het bloeden der wonden, en suivert alle sweer-gaten. Hier van kan men maken poeders en kooksels.