CCCCLXXI. Hoofd-stuk. Thlaspi Candiae, wilde Kerse van Candien.
SOmmige noemen het Arabis en Draba. Dit wast dikmaals een voet hoog, met een dun stammetjen, dat zig boven in verscheide deelen verdeelt. Sy werden sonder eenige schikking met lange, smalle blaadjes begroent, welker onderste veeltyds wat geschaart zyn. Op yder top komt een krans, met digte by een staande, uit den rooden-ligt-purpere bloemtjes, die somtyds ook wit zyn, welke te samen in 't ronde staan, en somtyds wel twee duim middel-lyns uitmaken. Hier na volgen platte, en als in tweeen gedeelde zaad-huisjes, in hebbende een roodagtig en langwerpig zaad. De wortel is dun en veselagtig.
Dit gewas vergaat alle jaar, daarom werd het altyd weder in de Lente gezaaid, en bloeid in de bloemhoven des Somers, zynde cierlyk van aansien.
De smaak en kragten zyn als de gemeene Kers, ofte als het Bessem-kruid.